FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282  
283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   >>   >|  
otte mher Gervaas, "laat onze stormtuigen aankomen en Brugge bezwijkt in de eerste week?" "Maar, heer, duid het mij niet ten kwade, indien ik u de waarheid onder de oogen leg, Morgen loopt gansch Kerlingaland te wapen en treedt Willem Van Loo, dien de Kerels tot graaf van Vlaanderen hebben verkozen, met een ontzaglijk leger in het veld. Wel verre van Brugge zoo gemakkelijk te krijgen, zult gij wonderen van dapperheid moeten doen, om niet zelf overrompeld te worden en onder de overmacht te bezwijken." "Morgen loopt gansch Kerlingaland te wapen?" mompelde de veldheer bekommerd. "Zijt gij daar zeker van?" "Het is zoo sedert lang besloten, heer", antwoordde Disdir. "Wat meer is, nu Kerlingaland door uwe tegenwoordigheid is bedreigd, zal de landstorm verkondigd worden, en alwie slechts eenen boog of eene schermzeis voeren kan, zal zich rondom Willem Van Loo komen scharen. Indien gij aangevallen werdt door twintig duizend verwoede Kerels, zoudt gij niet bezwijken, vooraleer eenige hulp u van elders kon toekomen?" Mher Gervaas schouwde Disdir in de oogen en schudde kommervol het hoofd. "Ik betwijfel den moed, ja, de onverschrokkenheid uwer ridders niet", zeide Disdir Vos, "maar het onmogelijke kan niemand" "Inderdaad", mompelde de veldheer in zich zelven, "het ware voorzichtig op den weg naar Gent terug te wijken en mijn leger in veiligheid te brengen, totdat wij met meerdere macht kunnen terugkeeren ... Ik dank u, mher Vos, voor uw bericht ... Maar laat mij toe u iets te vragen. Gij zijt een Blauwvoet en waart een aanhanger der Erembalds. Hoe komt het nu dat gij hun vijandig zijt geworden?" "Hoe? dit verwondert u, heer?" antwoordde Disdir, in schijn met gekwetste fierheid. "Welk eerlijk hart zou de Erembalds niet haten na den gruwelijken moord van graaf Karel?" "Gij haat de Erembalds?" "Diep en onverzoenbaar!" "Hoe wilt gij dat ik geloove? Welk bewijs kunt gij mij daarvan geven?" "Gij zult het vernemen, heer. Dit is juist het doel mijner komst. Nu verre van Brugge trekken na den mislukten aanval, dit zal u en uwen ridders niet behagen. Indien gij de sterke stad kondet veroveren, zelfs zonder de hulp der Gentenaars te moeten afwachten, ware het niet voor uw leger en bovenal voor u een wonderlijk wapenfeit, dat men zelfs in Frankrijk zou roemen?" "Inderdaad; maar zulke hoop is een droom", schertste mher Gervaas. "Welnu, die droom kan ik verwezenlijken, nog dezen nacht ... Gij twijfelt, heer? Ik stel
PREV.   NEXT  
|<   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282  
283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   >>   >|  



Top keywords:

Disdir

 

Kerlingaland

 

Erembalds

 

Gervaas

 
Brugge
 

worden

 

bezwijken

 

mompelde

 
veldheer
 

moeten


Indien
 
antwoordde
 

Willem

 

Kerels

 

gansch

 

Inderdaad

 

Morgen

 

ridders

 

gekwetste

 

meerdere


fierheid
 

veiligheid

 

eerlijk

 

schijn

 

kunnen

 

terugkeeren

 
totdat
 
Blauwvoet
 

aanhanger

 
vragen

brengen

 

bericht

 
geworden
 

vijandig

 

verwondert

 
wonderlijk
 
bovenal
 

wapenfeit

 

Frankrijk

 

afwachten


Gentenaars

 

kondet

 

veroveren

 
zonder
 

roemen

 
twijfelt
 

verwezenlijken

 

schertste

 

sterke

 
behagen