FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273  
274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   >>   >|  
riep lachend dat men ongelijk had hem voor zulke onbeduidende daden te prijzen; de proost, die hem zeer liefhad, sprak uitbundig zijnen lof. Disdir Vos stond op een paar stappen terzijde, en luisterde met verkropt gemoed en nijdig hart op hetgeen men rondom Robrecht zeide. Hij hield in schijn de oogen in eene andere richting; maar een aandachtig toeschouwer hadde wel aan den zuren grijns zijner lippen bemerkt dat elk woord van lof hem als een pijl door den boezem boorde. Eensklaps trof hem eene zonderlinge ontroering; hij sidderde en verbleekte ... Daar zag hij Dakerlia en Witta door de menigte dringen, reeds van verre de handen tot Robrecht uitsteken, en een oogenblik later hem met kreten van blijdschap aan den hals vliegen. Zijn hart verkrampte, terwijl hij den blik op Dakerlia hield gevestigd en zien moest met welke onverborgene teederheid zij hem gelukwenschte en God dankte om zijn behoud. Dakerlia, zoo op de borst van Robrecht tranen van liefde stortende? Het deed hem sterven van minnenijd en haat. Een somber gegrol ratelde in zijne keel; hij verwijderde zich tusschen de menigte, en vluchtte verre van daar, om niet langer door het zielverscheurende schouwspel te worden gemarteld. Het behaagde den proost niet de poorters en Kerels met verwonderde blikken te zien staren op de bewijzen van genegenheid en liefde, welke Dakerlia en Witta niet ophielden Robrecht te geven. "De dag loopt ten einde, mijne kinderen", zeide de oude Bertulf. "Ik zal den kastelein Hacket verzoeken mijnen neef aan de Smedepoort gedurende een paar uren te doen vervangen; en ik noodig u allen om met mij en de heeren gezanten des graven het avondmaal in de proostdij te komen nemen. Gij zult aldus tijd genoeg en eene betere gelegenheid hebben om uwe vreugde over onze eerste zegepraal uit te storten." Deze uitnoodiging werd dankbaar aanvaard. De proost verliet met zijn gezelschap de plaats van den strijd en verwijderde zich door de Noordzandstraat. De kastelein Hacket bleef nog, om de goede uitvoering zijner bevelen te verzekeren. Twee uren later was de opgelegde arbeid verricht: de dooden waren begraven, de gekwetsten naar de ziekenhuizen gevoerd, de aarde uit de gracht opgehaald. Men had boven de wallen sterke wachten gesteld en aan de overige mannen toegelaten gansch gekleed in de gebouwen van den burg te gaan slapen, ten einde bij den eersten Harop-kreet te been te zijn. Slechts nog eene enkele maal werd de rust der wachten
PREV.   NEXT  
|<   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273  
274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   >>   >|  



Top keywords:

Robrecht

 

Dakerlia

 

proost

 

zijner

 
liefde
 

Hacket

 

kastelein

 

wachten

 
verwijderde
 

menigte


gelegenheid
 
vreugde
 

hebben

 

betere

 

genoeg

 

Smedepoort

 

gedurende

 

mijnen

 

verzoeken

 

Bertulf


vervangen
 

gezanten

 

graven

 

avondmaal

 

heeren

 

kinderen

 
noodig
 
proostdij
 

strijd

 
overige

gesteld

 

mannen

 
toegelaten
 

gekleed

 

gansch

 
sterke
 
wallen
 

gracht

 

opgehaald

 

gebouwen


enkele

 

Slechts

 

slapen

 
eersten
 

gevoerd

 
ziekenhuizen
 

plaats

 

gezelschap

 

Noordzandstraat

 
verliet