FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260  
261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   >>   >|  
hun de wacht van den burg toevertrouwen, en gij zult hun overste zijn. Kunt gij zonder uitstel u naar Ravenschoot begeven?" "Ja, ik zal naar huis gaan om een paard te nemen. Dit zal mij gelegenheid geven om mijne zuster en jonkver Wulf over mijne afwezigheid gerust te stellen. Ik vertrek, heer oom, en zal mij spoeden, om met al de mannen, die ik kan vergaderen, voor het einde van den dag terug te zijn." Hij meende zich naar de Hoogpoort te richten; maar de proost weerhield hem. "Nog een woord, mijn goede neef", zeide hij, "en ik smeek u, ik bezweer u, hoor mijnen vaderlijken raad aan! Het kan zijn, het is zelfs waarschijnlijk dat gij in aanraking zult komen met Burchard Knap. Uit opoffering voor uw geslacht, uit liefde voor Kerlingaland verberg uwen afkeer voor hem. Indien gij beiden in twist geraaktet, er zou tusschen de mannen, die ons moeten verdedigen, eene noodlottige, eene onherstelbare verdeeldheid ontstaan. Genoeg ware dit om onze kracht te verlammen en al onze pogingen op voorhand te verijdelen. Beloof mij, Robrecht, dat gij geweld op u zelven zult doen om geene reden tot zulke splitsing te geven." "Maar ik gevoel eenen onverwinnelijken afkeer voor hem", mompelde Robrecht. "Hij weet het; gij hoeft het hem dus niet meer te betuigen. Ik zal hem aanraden, in uwe tegenwoordigheid, van Karels dood niet meer te gewagen. Zwijg gij insgelijks daarover." "Ik zal het beproeven, oom: uw raad is wijs, ik beken het gaarne." "Welnu, ga dan, mijn zoon, en ontvang met mijnen zegen al mijnen dank voor uwen goeden wil." Hij drukte nog tot vaarwel de hand van mher Sneloghe, die met haastige stappen zich verwijderde, om de hem opgelegde boodschap te gaan volbrengen. VOETNOTEN: [Voetnoot 61: "Gedurende al dien tijd liet men daar het lichaam des graven liggen ... zoodat zijn bloedig en verlaten lijk nog in denzelfden toestand was als op het oogenblik dat hij den doodslag ontving." GALBERTUS, p. 277.] XV Reeds vier dagen waren er verloopen sedert den moord van graaf Karel, zonder dat er eenige gewapende macht voor Brugge was verschenen om zijnen dood te wreken. De Erembalds wisten echter, door hun toegezonden berichten, dat de ridders, gansch Vlaanderen door, zich bereidden om met vereende kracht tegen Brugge op te trekken. Zij hadden zelfs van eenigen hunner heetste vijanden, onder anderen van Tancmars neven, brieven ontvangen, waarin men hun toezwoer dat zij allen, als medeplichtig aan
PREV.   NEXT  
|<   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260  
261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   >>   >|  



Top keywords:
mijnen
 

kracht

 

Brugge

 

afkeer

 

Robrecht

 

zonder

 

mannen

 

zoodat

 

liggen

 
graven

lichaam

 

bloedig

 

oogenblik

 

doodslag

 

ontving

 

GALBERTUS

 

toevertrouwen

 
overste
 
verlaten
 
denzelfden

toestand

 

Voetnoot

 

goeden

 

drukte

 

ontvang

 

gaarne

 

vaarwel

 

volbrengen

 
boodschap
 

VOETNOTEN


opgelegde
 
verwijderde
 

Sneloghe

 
haastige
 
stappen
 
Gedurende
 

hadden

 

eenigen

 
hunner
 
heetste

trekken
 

gansch

 

Vlaanderen

 
bereidden
 
vereende
 

vijanden

 

toezwoer

 

medeplichtig

 

waarin

 

ontvangen