;
niemand dan jij....
MEVR. LINDE. Maar wat _is_ het dan toch?
NORA. Kom eens hier. (_Trekt haar op de sofa naast zich_). Weet je, ik
heb ook iets om trotsch en blij over te zijn. _Ik_ heb Torwald's leven
gered.
MEVR. LINDE. Gered? Hoezoo gered?
NORA. Ik vertelde je immers van die reis naar Italie. Torwald zou er
nooit boven op gekomen zijn als hij er niet heen gegaan was....
MEVR. LINDE. Nu ja; en je vader gaf je het noodige geld er voor....
NORA (_glimlacht_). Ja, dat gelooft Torwald en alle andere menschen
gelooven het; maar....
MEVR. LINDE. Maar?...
NORA. Papa gaf ons geen rooie duit. _Ik_ ben 't geweest die het geld
bijeen heb gescharreld.
MEVR. LINDE. Jij? Heel die groote som?
NORA. Vier duizend acht honderd kronen. Wat zeg je daarvan?
MEVR. LINDE. Maar Nora, hoe heb je dat kunnen doen? Had je dan een prijs
uit de loterij getrokken?
NORA (_verachtelijk_). Uit de loterij? (_Geringschattend_). Wat zou daar
nu voor kunst aan geweest zijn?
MEVR. LINDE. Maar waar haalde je het dan van daan?
NORA (_neuriet zacht en geheimzinnig_). Hm! tra la la la!
MEVR. LINDE. Want leenen kon je toch ook niet.
NORA. Zoo? En waarom niet?
MEVR. LINDE. Welneen, een vrouw kan immers geen leening aangaan zonder
medeweten van haar man.
NORA (_werpt het hoofd in den nek_). O, als het maar een vrouw is die
een beetje verstand van zaken heeft ... een vrouw die een beetje handig
is ... dan....
MEVR. LINDE. Maar Nora, ik begrijp er heelemaal niets van.
NORA. Dat hoeft ook niet. Ik heb immers niet gezegd dat ik het geld
_geleend_ heb? Ik kan het toch ook wel op een andere manier gekregen
hebben. (_Gooit zich achterover op de sofa_). Ik kan het gekregen hebben
van een of anderen bewonderaar. Als je er zoo lief uitziet als ik....
MEVR. LINDE. Wat ben je toch een dwaasje, Nora!
NORA. Nu ben je zeker woest nieuwsgierig, he?
MEVR. LINDE. Ja maar, hoor eens even, Nora-lief, heb je toch niet een
beetje onbezonnen gehandeld?
NORA (_zit weer rechtop_). Onbezonnen om je man's leven te redden?
MEVR. LINDE. Mij dunkt dat het onbezonnen is om zonder zijn
voorkennis....
NORA. Maar hij mocht er juist niets van weten! Lieve hemel, begrijp je
dat dan niet? Hij mocht niet eens weten hoe slecht hij er aan toe was.
't Was bij _mij_ dat de dokters kwamen en zeiden dat zijn leven in
gevaar was ... dat niets anders hem kon redden dan een verblijf in het
Zuiden. Geloof je niet dat ik eerst probeerde op een ande
|