FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185  
186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   >>   >|  
KROGSTAD. Die was nabij; maar toen ben jij tusschenbeiden gekomen. MEVR. LINDE. Buiten mijn weten, Krogstad. Pas van daag heb ik gehoord dat ik in jouw plaats kom bij de Bank. KROGSTAD. Ik geloof 't als je het zegt. Maar nu je het weet, trek je je nu terug? MEVR. LINDE. Neen, want dat zou je toch niets baten. KROGSTAD. Baten, baten ... ik zou het toch graag willen. MEVR. LINDE. Ik heb geleerd met overleg te handelen. Het leven en de harde, bittere noodzakelijkheid hebben mij dat geleerd. KROGSTAD. En het leven heeft mij geleerd niet aan mooie woorden te gelooven. MEVR. LINDE. Dan heeft het leven je iets heel verstandigs geleerd. Maar aan daden mag je toch gelooven? KROGSTAD. Wat meen je daarmee? MEVR. LINDE. Je zei, dat je stond als een schipbreukeling op een wrak. KROGSTAD. En ik had alle reden om dat te zeggen. MEVR. LINDE. Ik zit ook als een schipbreukelinge op een wrak. Niemand om voor te zorgen en niemand die om mij geeft. KROGSTAD. Je hebt zelf gekozen. MEVR. LINDE. Ik had toen geen andere keus. KROGSTAD. Nou ... maar wat wou je zeggen? MEVR. LINDE. Krogstad, als wij twee schipbreukelingen nu eens tot elkaar konden komen? KROGSTAD. Wat zeg je?! MEVR. LINDE. Twee menschen samen op een wrak zijn er toch beter aan toe, dan ieder afzonderlijk op het zijne. KROGSTAD. Kristine! MEVR. LINDE. Waarvoor denk je dat ik in de stad gekomen ben? KROGSTAD. Zou je waarlijk een gedachte voor mij gehad hebben? MEVR. LINDE. Ik moet werken om het leven te kunnen dragen. Al mijn levensdagen, zoo lang ik mij herinneren kan, heb ik gewerkt, en dat is mijn grootste en eenige genot geweest. Maar nu sta ik heel alleen in de wereld, zoo ontzettend leeg en verlaten. Alleen voor je zelf te werken geeft geen genot. Krogstad, geef mij iemand en iets om voor te werken. KROGSTAD. Dat kan ik niet gelooven. Dat is alleen maar de zelfverheerlijkende overspanning van een vrouw, die zich opofferen wil. MEVR. LINDE. Heb je ooit gemerkt dat ik overspannen was? KROGSTAD. Zou je dat waarlijk willen doen? Zeg eens eerlijk ... weet je alles van mijn verleden? MEVR. LINDE. Ja. KROGSTAD. En weet je ook voor wat ik hier doorga? MEVR. LINDE. Je zei daar straks iets, alsof je meende dat je met mij een ander mensch hadt kunnen worden. KROGSTAD. Dat weet ik zeker. MEVR. LINDE. Zou dat niet nu nog kunnen gebeuren? KROGSTAD. Kristine ... zeg je dat na rijp overleg? Ja ... dat doe je. Ik zie het je
PREV.   NEXT  
|<   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185  
186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   >>   >|  



Top keywords:
KROGSTAD
 

geleerd

 

Krogstad

 

werken

 

gelooven

 

kunnen

 

Kristine

 

alleen

 

zeggen

 
waarlijk

hebben

 

willen

 

overleg

 

gekomen

 

herinneren

 

gebeuren

 

gewerkt

 
grootste
 
mensch
 
worden

levensdagen

 

Waarvoor

 

gedachte

 

dragen

 

eenige

 

zelfverheerlijkende

 

overspannen

 

iemand

 
Alleen
 

overspanning


afzonderlijk
 
gemerkt
 

verlaten

 
doorga
 
straks
 
opofferen
 

geweest

 

wereld

 
eerlijk
 
verleden

ontzettend
 

meende

 

zorgen

 
handelen
 
woorden
 

verstandigs

 

noodzakelijkheid

 

bittere

 

Buiten

 

tusschenbeiden