ik u gebood en zei: vrouw, ga terug naar uw wettigen
echtgenoot, toen u als een verdoolde bij mij kwam en riep: hier ben ik;
neem mij!... Was dat een misdaad?
MEVR. ALVING. Ja, ik beschouw het als zoodanig.
DOM. MANDERS. Wij begrijpen elkaar niet.
MEVR. ALVING. Nu althans niet meer.
DOM. MANDERS. Nooit,... nooit in mijn geheimste gedachten zelfs, heb ik
u anders gezien dan als de vrouw van een ander.
MEVR. ALVING. Ja?... gelooft u?
DOM. MANDERS. Helene...!
MEVR. ALVING. Men vergeet zoo licht hoe men vroeger was.
DOM. MANDERS. Ik niet. Ik ben dezelfde die ik altijd geweest ben.
MEVR. ALVING (_verandert van toon_). Jawel, jawel ... laat ons maar niet
meer over dien ouden tijd praten. U zit nu tot over de ooren in
commissies en besturen; en ik loop hier te vechten met spoken, in mij
zoowel als buiten mij.
DOM. MANDERS. Van die buiten u rondwaren wil ik u afhelpen. Na alles wat
ik van daag met ontzetting van u gehoord heb, kan ik het voor mijn
geweten niet verantwoorden een jong alleenstaand meisje in uw huis te
laten blijven.
MEVR. ALVING. Gelooft u ook niet dat het 't beste zou zijn als wij haar
goed bezorgd konden krijgen? Ik bedoel ... goed getrouwd.
DOM. MANDERS. Ongetwijfeld. Ik geloof dat dat in alle opzichten
wenschelijk voor haar zijn zou. Regine is immers op een leeftijd dat ...
ja, ik heb daar zoo geen verstand van, maar....
MEVR. ALVING. Regine was al heel vroeg volwassen.
DOM. MANDERS. Ja, niet waar? Er ligt mij iets van bij dat zij
lichaamlijk al opvallend sterk ontwikkeld was, toen ik haar voor haar
belijdenis voorbereidde. Maar voorloopig moet zij in elk geval naar
huis, onder de hoede van haar vader.... Och neen, Engstrand is niet....
Dat hij,... _hij_ zoo de waarheid voor mij kon verbergen!
(_Er wordt geklopt aan de deur van de voorkamer_).
MEVR. ALVING. Wie kan dat zijn? Binnen!
ENGSTRAND (_in zijn zondagspak ... in de deur_). Ik vraag wel excuus,
maar....
DOM. MANDERS. Aha! Hm....
MEVR. ALVING. Ben jij het Engstrand?
ENGSTRAND. ... er was geen een van de dienstmeisjes bij de hand, en toen
was ik maar zoo vrij en brutaal om te kloppen.
MEVR. ALVING. Nou ja ... kom maar binnen. Wou je mij spreken?
ENGSTRAND (_komt binnen_). Neen ... dank u vriendelijk. Maar ik zou wel
graag even den dominee willen spreken.
DOM. MANDERS (_loopt op en neer_). Hm; zoo? Wou je mij spreken?
Inderdaad?
ENGSTRAND. Ja, ik zou zoo heel graag....
DOM. MANDERS (_blijft voor h
|