n_).
HOVSTAD. Gelooft u heusch dat het niet goed is voor de jongens dat ze
zulke dingen hooren?
MEVR. STOCKMANN. Och, ik weet het niet; maar ik heb het niet graag.
PETRA. Ja maar, moeder, dat lijkt mij toch heel verkeerd.
MEVR. STOCKMANN. Ja, dat kan nu wel zijn; maar ik heb het niet graag;
niet hier in huis.
PETRA. Er is zooveel onwaarheid in huis en op school. Thuis moet er
gezwegen worden en op school moeten we de kinderen wat voorliegen.
HORSTER. Wat voorliegen?
PETRA. Ja, denkt u niet dat wij met heel wat voor den dag moeten komen,
waar wij zelf niets van gelooven?
BILLING. Ja, dat is maar al te waar.
PETRA. Had ik er het geld maar voor, dan zou ik zelf een school beginnen
en daar zou het anders toegaan.
BILLING. Och wat, geld....
HORSTER. Ja, als u daarover denkt, juffrouw Stockmann, dan kan ik u wel
aan een lokaal helpen. Het groote oude huis van mijn overleden vader
staat zoo goed als leeg; daar is beneden een heel groote eetzaal....
PETRA (_lacht_). O, dank u, het is heel vriendelijk van u; maar daar
komt toch niets van.
HOVSTAD. Welneen, juffrouw Petra zal wel overgaan tot de journalistiek,
denk ik. O ja, dat 's waar ... heeft u al tijd gehad om dat Engelsche
verhaal eens in te kijken dat u voor ons vertalen zou?
PETRA. Neen, nog niet; maar u zal het heusch op tijd hebben.
(_Dr. Stockmann komt uit zijn kamer met den geopenden brief in de
hand_).
Dr. Stockmann (_zwaait met den brief_). Hoort eens hier ... nu zal de
stad wat nieuws te hooren krijgen.
BILLING. Nieuws?
MEVR. STOCKMANN. Wat is dat voor nieuws?
DR. STOCKMANN. Een groote ontdekking, Katrine!
HOVSTAD. Zoo?
MEVR. STOCKMANN. Die jij gedaan hebt?
DR. STOCKMANN. Ja, ik zelf (_loopt heen en weer_). Laat ze nu maar komen
en zeggen, zooals gewoonlijk, dat het hersenschimmen en inbeeldingen
zijn van een gek! Maar ze zullen het wel laten! Haha! ze zullen het wel
uit hun hart laten, zeg ik.
PETRA. Maar vader, zeg dan eens wat het is?
DR. STOCKMANN. Jawel, laat me maar den tijd, dan zal jullie allemaal het
weten. Had ik Peter nu maar eens hier! Nu kan je eens zien, hoe wij
menschen hier rondloopen en oordeelen als blinde mollen....
HOVSTAD. Wat bedoelt u daarmee, dokter?
DR. STOCKMANN (_blijft bij de tafel staan_). Is het niet de algemeene
opinie dat onze stad een gezond plekje is?
HOVSTAD. Ja, natuurlijk.
DR. STOCKMANN. Een heel buitengewoon gezond plekje zelfs,... een plekje
dat verdient heel wa
|