ns twintig jaren; zelden langer. Maar zulke
bejaarde waarheden zijn altijd verschrikkelijk mager. En toch is het pas
dan dat de meerderheid zich met hen bemoeit en ze de maatschappij
aanbeveelt als gezond geestelijk voedsel. Maar er zit niet veel
voedingswaarde in dergelijken kost, dat kan ik u verzekeren; en dat moet
ik als dokter toch weten. Al die meerderheids-waarheden zijn te
vergelijken met oud overjarig gerookt vleesch; ze zijn zoo iets als
ranzige, verschimmelde, pas gezouten hammen. En daar van daan komt al
die geestelijke scorbuut die overal in de samenleving voortwoekert.
ASLAKSEN. Het komt mij voor dat de geachte spreker wel eenigszins van
het onderwerp afwijkt.
BURGEM. STOCKMANN. Ik moet mij inderdaad aansluiten bij de opinie van
den voorzitter.
DR. STOCKMANN. Ik geloof dat je heelemaal niet wel bij 't hoofd bent,
Peter! Ik houd mij toch zoo streng aan mijn onderwerp als maar mogelijk
is. Want waarover ik spreken wil is immers juist dit, dat de massa, de
meerderheid, die duivelsche compacte majoriteit,... dat die het is, zeg
ik, die onze geestelijke levensbronnen vergiftigt en den grond onder
onze voeten verpest.
HOVSTAD. En dat zou de vrijzinnige meerderheid van ons volk doen, omdat
het verstandig genoeg is alleen de vaste en erkende waarheden te
huldigen?
DR. STOCKMANN. Och, mijn goede mijnheer Hovstad, praat toch niet van
vaste waarheden! De waarheden die de massa en de menigte erkennen, dat
zijn de waarheden die de strijders op de voorposten, in de dagen van
onze grootvaders, voor vaste waarheden hielden. Wij strijders op de
voorposten van heden, wij erkennen die niet meer; en ik geloof volstrekt
niet dat er een andere vaste waarheid bestaat, dan deze, dat geen enkele
maatschappij een gezond leven leiden kan berustend op dergelijke oude,
krachteloos waarheden.
HOVSTAD. Maar in plaats van hier in 't wilde te staan praten, zou het
wel aardig zijn als wij eens te hooren kregen, wat dat dan voor oude
krachtelooze waarheden zijn, waarvan wij leven.
(_Instemming van vele kanten_).
DR. STOCKMANN. Och, ik zou een heelen hoop van dien smerigen rommel bij
elkaar kunnen halen; maar voorloopig wil ik mij houden bij eene erkende
waarheid, die eigenlijk een gemeene leugen is, maar waarvan toch zoowel
mijnheer Hovstad als de "Volksbode" en al de aanhangers van de
"Volksbode" leven.
HOVSTAD. En die is...?
DR. STOCKMANN. Dat is de leer die u van de voorvaders geerfd heeft en
die u gedachteloos ui
|