eid
volhoudt dan is dit alles niet veel waard (_hij steekt de portefeuille
in zijn zak_).
DR. STOCKMANN. Maar, wat bliksem, de wetenschap moet toch ook wel
voorbehoedmiddelen weten te vinden, dunkt mij; een of ander
preservatief....
M. KIIL. Meen je iets om de dieren te dooden?
DR. STOCKMANN. Ja, of om ze onschadelijk te maken.
M. KIIL. Als je het eens met rattekruid probeerde?
DR. STOCKMANN. Och nonsens! nonsens!... Maar iedereen zegt dat 't maar
een hersenschim is. Zou het dan geen hersenschim kunnen zijn? Laten ze
hun zin dan hebben! Hebben de domme kleinzielige honden mij niet voor
een volksvijand uitgemaakt;... en om mij de kleeren van het lijf te
scheuren daartoe waren ze ook bereid!
M. KIIL. En dan al die ruiten die ze je stuk geslagen hebben!
DR. STOCKMANN. Ja, en dan dat gezanik van plichten jegens mijn gezin!
Daarover moet ik met Katrine spreken; zij is veel beter thuis in zulke
zaken dan ik.
M. KIIL. Dat is best; luister maar naar den raad van een verstandige
vrouw.
DR. STOCKMANN (_loopt op hem toe_). Dat u toch ook zoo iets stoms kon
doen! Katrine's geld op het spel te zetten; mij in zoo'n afschuwelijk
pijnlijke positie te brengen! Als ik u aanzie is het of ik den duivel in
eigen persoon voor mij heb...!
M. KIIL. Dan is 't maar beter dat ik wegga. Maar voor twee uur wil ik je
antwoord hebben. _Ja_ of _neen_. Is het _neen_, dan komen de aandeelen
aan het gesticht,... en dat van daag nog.
DR. STOCKMANN. En wat krijgt Katrine dan?
M. KIIL. Geen cent!
(_De deur van de voorkamer wordt geopend. Hovstad en Aslaksen ziet men
daarbuiten staan_.)
M. KIIL. Neen, kijk die twee daar eens!
DR. STOCKMANN (_staart hen aan_). Wat is dat? Waagt u het nog hier bij
mij te komen?
HOVSTAD. Ja, wij zijn zoo vrij.
ASLAKSEN. Wij zouden u graag over iets willen spreken, ziet u.
M. KIIL (_fluistert_). Voor twee uur ... ja of neen!
ASLAKSEN (met een blik naar Hovstad). Aha!
(_Morten Kiil gaat heen_).
DR. STOCKMANN. Nu, wat had u mij te zeggen? Maakt het kort.
HOVSTAD. Ik begrijp heel goed dat u iets tegen ons heeft, van wege onze
houding gisteren avond.
DR. STOCKMANN. Noemt u dat een houding? Ja, het was een prachtige
houding! Ik noem dat _geen_ houding ... oude-wijfachtig.... Bah, 't is
schande!
HOVSTAD. Noem het zooals u wil; maar wij _konden_ niet anders.
DR. STOCKMANN. U _durfde_ zeker niet anders? Is het dat niet?
HOVSTAD. Ja, als u wil.
ASLAKSEN. Maar waarom liet u
|