ga.
PETRA. Ze hebben u toch niet uw conge gegeven?
HORSTER (_glimlacht_). Ja, dat is het juist.
PETRA. U ook al!
MEVR. STOCKMANN. Daar heb je het nu, Thomas.
DR. STOCKMANN. En dat ook al om de waarheid? O; als ik zoo iets had
kunnen denken....
HORSTER. Daar moet u verder maar niet over denken; ik vind wel weer een
betrekking bij een of andere reederij in een andere plaats.
DR. STOCKMANN. En dat die Vik ... een groothandelaar, een vermogend man
... absoluut Foei, foei!
HORSTER. Hij is anders heel goed; en hij zei zelf dat hij mij graag had
gehouden, als hij maar durfde....
DR. STOCKMANN. Maar hij durfde niet? Neen dat spreekt!
HORSTER. Het was zoo gemakkelijk niet, zei hij, als je tot een partij
behoorde....
DR. STOCKMANN. Dat was een waar woord van den eerwaardigen man! Een
partij, dat is iets als een hakmachine, daarin worden alle hoofden tot
brei gemalen; en daarom zijn het ook allemaal zwakhoofden, en
paphoofden, de heele troep.
MEVR. STOCKMANN. Maar Thomas toch!
PETRA (_tegen Horster_). Misschien zou het zoo ver niet gekomen zijn als
u ons niet naar huis had gebracht.
HORSTER. Ik heb er geen berouw van.
PETRA (_reikt hem de hand_). Dank u.
HORSTER (_tegen den dokter_). En nu wou ik u zeggen, dat als u volstrekt
weggaan wil, dan weet ik wel een andere oplossing....
DR. STOCKMANN. Mooi zoo; als we maar weg komen....
MEVR. STOCKMANN. Stil; werd daar niet geklopt?
PETRA. Dat is zeker oom.
DR. STOCKMANN. Aha! (_roept_). Binnen!
MEVR. STOCKMANN. Lieve Thomas, toe beloof mij nu....
(_Burgem. Stockmann komt uit de voorkamer_).
BURGEM. STOCKMANN (_in de deur_). O, je bent bezig. Ja, dan zal ik
liever....
DR. STOCKMANN. Neen, neen; kom maar binnen.
BURGEM. STOCKMANN. Maar ik wenschte je onder vier oogen te spreken.
MEVR. STOCKMANN. Wij zullen zoo lang in de huiskamer gaan.
HORSTER. En ik kom straks nog wel terug.
DR. STOCKMANN. Neen, ga u mee naar binnen, kapitein; ik moet er nog meer
van weten....
HORSTER. Best; dan zal ik daar wachten.
(_Hij gaat met mevr. en Petra de huiskamer in_).
DR. STOCKMANN (_zegt niets en kijkt ter sluiks naar de ramen_).
DR. STOCKMANN. Je vindt het misschien wel een beetje luchtig hier van
daag? Zet je pet maar op.
BURGEM. STOCKMANN. Dank je, als je het permitteert. (_doet het_) Ik
geloof dat ik gisteren kou gevat heb, ik had het zoo koud....
DR. STOCKMANN. Zoo? Nou, mij leek het nog al warm.
BURGEM. STOCKMANN. Ik bet
|