n broer?
DE EERSTE. Dat doet er niet toe; dokter Stockmann is niet bang.
DE DERDE. Maar hij heeft toch ongelijk; dat stond in de "Volksbode".
DE TWEEDE. Ja, dezen keer moet hij zeker ongelijk hebben; want niemand
wou hem een zaal afstaan, noch de Bond van Huiseigenaren, noch de
Burgerclub.
DE EERSTE. Niet eens de kuurzaal kon hij krijgen.
DE TWEEDE. Ja, dat zal wel waar zijn.
EEN MAN (_in een andere groep_). Met wien moet je het nou eigenlijk
houden, in dit geval, zeg?
EEN TWEEDE (_zelfde groep_). Richt je maar naar Aslaksen, den
boekdrukker, en doe zooals hij doet.
BILLING (_met een portefeuille onder den arm, baant zich een weg door de
menigte_). Permitteert, heeren! Mag ik even door alsjeblieft? Ik ben de
verslaggever van de "Volksbode". Dank u wel! (_hij gaat aan de tafel
links zitten_).
EEN WERKMAN. Wie was dat?
EEN TWEEDE. Ken je _dien_ niet? Dat is Billing, van Aslaksen zijn
courant.
(_Kapitein Horster brengt mevrouw Stockmann en Petra binnen door de
voordeur rechts. Ejlif en Morten volgen_).
HORSTER. Hier dacht ik dat de familie het best zou zitten; hier is u er
dadelijk uit als er iets gebeuren mocht.
MEVR. STOCKMANN. Denkt u dan dat er herrie zal zijn?
HORSTER. Je kunt nooit weten, met zoo'n troep menschen.... Maar gaat u
maar gerust zitten.
MEVR. STOCKMANN (_gaat zitten_). Hoe vriendelijk van u dat u Stockmann
uw zaal aangeboden heeft.
HORSTER. Toen niemand anders wou....
PETRA (_die ook is gaan zitten_). En moedig was het ook, kapitein.
HORSTER. Nu, zooveel moed was daar niet voor noodig, dunkt me.
(_Hovstad en Aslaksen komen te gelijkertijd, maar ieder afzonderlijk
door de menigte heen_).
ASLAKSEN (_gaat naar Horster toe_). Is de dokter er nog niet?
HORSTER. Hij wacht binnen.
(_Beweging bij de deur_).
HOVSTAD (_tegen Billing_). Daar komt de burgemeester. Kijk eens!
BILLING. Ja, goddome,... die komt waarachtig ook!
(_Burgemeester Stockmann baant zich voorzichtig een weg door de menigte,
groet beleefd en gaat zitten tegen den muur links. Even daarna komt dr.
Stockmann door de voorste deur rechts. Hij is in rok-en-witte-das.
Enkelen applaudisseeren weifelend, wat met een gedempt gesis begroet
wordt. Het wordt stil_).
DR. STOCKMANN (_halfluid_). Hoe gaat het, Katrine?
MEVR. STOCKMANN. Goed; best (_zachter_). Word nu niet dadelijk driftig,
Thomas.
DR. STOCKMANN. Och kom; ik kan mij best inhouden (_kijkt op zijn
horloge, stapt op het podium en buig
|