cht ... eenvoudig mijn plicht als burger. Ja, natuurlijk;
dat weet ik net zoo goed als u. Maar mijn medeburgers, ziet u ... och
lieve Heer, die goede menschen houden toch zooveel van mij....
ASLAKSEN. Ja, de burgerij heeft wel veel van u gehouden tot op dezen
dag, dokter.
DR. STOCKMANN. Ja, en juist daarom ben ik bang, dat ... ik wou dit maar
zeggen: als het nu tot hen komt vooral tot de onbemiddelde klasse ...
als een aanmaning om voortaan de stadsaangelegenheden zelf in handen te
nemen....
HOVSTAD (_staat op_). Hm, dokter ik wil u niet verbergen....
DR. STOCKMANN. Aha, ... dacht ik het niet dat er iets broeide! Maar daar
wil ik niets van weten. Als er zoo iets op touw gezet wordt....
HOVSTAD. Wat dan?
DR. STOCKMANN. Nou, 't een of 't ander ... een serenade of een banket of
een inschrijving voor een cadeau ... of wat het dan ook zijn moge, dan
moet u mij heilig en vast beloven om dat tegen te gaan. En u ook,
mijnheer Aslaksen, hoort u!
HOVSTAD. Pardon dokter, wij kunnen u net zoo goed nu als later de
waarheid zeggen....
(_Mevr. Stockmann met hoed en mantel komt binnen door de deur links
achter_).
MEVR. STOCKMANN (ziet den dokter). Jawel, daar is hij zoo waar!
HOVSTAD (_gaat haar tegemoet_). Kijk eens aan, daar komt mevrouw ook!
DR. STOCKMANN. Wat duivel kom jij hier doen, Katrine?
MEVR. STOCKMANN. Dat kan je toch wel begrijpen, denk ik.
HOVSTAD. Wil u niet gaan zitten, mevrouw? Of misschien....
MEVR. STOCKMANN. Dank u; doe geen moeite. En u moet het mij niet kwalijk
nemen, dat ik Stockmann kom halen; ik ben moeder van drie kinderen moet
ik u zeggen.
DR. STOCKMANN. Malligheid, onzin; dat weten we immers wel.
MEVR. STOCKMANN. Nou, het heeft er anders niet veel van of je veel aan
vrouw en kinderen denkt van daag; anders zou je ons niet allemaal
ongelukkig gaan maken.
DR. STOCKMANN. Maar ben je nu heelemaal mal, Katrine? Zal het een man
met vrouw en kinderen niet geoorloofd zijn de waarheid te
verkondigen;... een nuttig en werkzaam staatsburger te zijn,... zal het
hem verboden zijn de stad te dienen waarin hij leeft?
MEVR. STOCKMANN. Alles met mate, Thomas!
ASLAKSEN. Dat zeg ik ook. Maat houden in alle dingen.
MEVR. STOCKMANN. En daarom bezondigt u zich aan ons, mijnheer Hovstad,
als u mijn man weg lokt van huis en haard en hem verleidt tot dit alles.
HOVSTAD. Ik verleid waarachtig geen mensch tot....
DR. STOCKMANN. Verleiden! Denk je dat _ik_ mij laat verleiden!
MEVR. ST
|