?
DR. STOCKMANN (_reikt hem het manuscript over_). Hier is het; neem het
mee; het kan in elk geval geen kwaad dat u het eens doorleest; en dan
geeft u het mij later terug.
HOVSTAD. Best; heel goed; dat zal ik doen. En nu adieu, dokter.
DR. STOCKMANN. Adieu, adieu. Maar u zal zien, mijnheer Hovstad, die zaak
gaat glad,... van een leien dakje!
HOVSTAD. Hm;... wij zullen zien.
(_Hij groet en gaat weg door de voorkamer_).
DR. STOCKMANN (_gaat naar de eetkamer en kijkt naar binnen_). Katrine!
Zoo, ben jij thuis gekomen, Petra?
PETRA (_komt binnen_). Ja, ik kom net van school.
MEVR. STOCKMANN (_komt ook_). Is hij er nog niet geweest?
DR. STOCKMANN. Peter? Neen. Maar ik heb een heel gesprek gehad met
Hovstad. Hij is heelemaal vervuld van de ontdekking die ik gedaan heb.
Ja, zie je, die reikt eigenlijk heel wat verder dan ik zelf eerst dacht.
En daarom heeft hij mij zijn blad ter beschikking gesteld als het noodig
mocht zijn.
MEVR. STOCKMANN. Maar denk je dat het noodig zijn zal?
DR. STOCKMANN. Volstrekt niet. Maar het is in elk geval een trotsch
gevoel de onafhankelijke vrijzinnige pers op zijn hand te hebben. Ja, en
verbeeld je, ook van den president van den Bond van Huiseigenaren heb ik
een bezoek gehad.
MEVR. STOCKMANN. Zoo? En wat wou die?
DR. STOCKMANN. Mij ook steunen. Ze willen mij allemaal steunen in geval
het spaak loopen mocht. Katrine,... weet je wat ik achter mij heb staan?
MEVR. STOCKMANN. Achter je? Neen, wat dan?
DR. STOCKMANN. De compacte meerderheid.
MEVR. STOCKMANN. Zoo zoo. Is dat goed voor je, Thomas?
DR. STOCKMANN. Nou, dat zou ik denken, dat het goed was! (_wrijft zich
de handen en loopt op en neer_). Lieve God, wat is het toch heerlijk om
zoo broederlijk vereend met je medeburgers te staan!
PETRA. En zooveel goeds en nuttigs te doen, vader!
DR. STOCKMANN. Ja, en dan nog wel voor je eigen geboorteplaats!
MEVR. STOCKMANN. Daar werd gebeld.
DR. STOCKMANN. Daar zal hij zijn.... (_Er wordt geklopt_). Binnen!
BURGEM. STOCKMANN (_komt uit de voorkamer_). Goeden morgen.
DR. STOCKMANN. Welkom, Peter!
MEVR. STOCKMANN. Goeden morgen. Hoe gaat het?
BURGEM. STOCKMANN. Dank je ... zoo zoo (_tegen den dokter_). Ik ontving
gisteren, na kantoortijd, een rapport van je over het water in het
badhuis.
DR. STOCKMANN. Ja. Heb je dat gelezen?
BURGEM. STOCKMANN. Ja.
DR. STOCKMANN. En wat zeg je wel van de zaak?
BURGEM. STOCKMANN (_met een zijdelingschenblik_). Hm
|