FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289  
290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   >>   >|  
LAKSEN. Als iemand iets bereikt heeft dat hij graag behouden wil, dan kan hij zich niet met alles bezig houden, mijnheer Hovstad. HOVSTAD. Nou, dan hoop ik van mijn leven niets te bereiken. BILLING. Mooi zoo! ASLAKSEN (_glimlacht_). Hm. (_wijst naar den lessenaar_). Op die redacteurskruk daar, heeft voor u meneer Stensgaard gezeten, die regeeringscommissaris is geworden. BILLING (_spuwt_). Bah! Zoo'n overlooper. HOVSTAD. Ik ben geen weerhaan ... en zal het nooit worden ook. ASLAKSEN. Iemand die aan politiek doet, moet zich nooit tot iets verbinden, mijnheer Hovstad. En u, mijnheer Billing, moest ook maar liever een beetje bakzeil halen, dezer dagen, dunkt me; want u solliciteert immers naar de betrekking van secretaris bij het gemeentebestuur. BILLING. Ik...! HOVSTAD. Jij, Billing...! BILLING. Nou ja ... wat duivel, je begrijpt toch wel dat dat maar is om die hoogwijze heeren te ergeren. ASLAKSEN. Ja, mij gaat het heelemaal niet aan. Maar als ik beschuldigd word van lafheid en tegenstrijdigheid in mijn houding, dan wil ik alleen daar maar op komen, dat Aslaksens politiek verleden voor alle menschen open ligt. Ik ben heelemaal niet veranderd, alleen heb ik meer leeren maat houden, ziet u. Mijn hart is geheel bij het volk; maar ik ontken niet dat mijn verstand een beetje overhelt naar de autoriteiten,... naar de lokale dan altijd (_hij gaat de drukkerij binnen_). BILLING. We moesten toch zien dat we van hem afkwamen, Hovstad. HOVSTAD. Weet je iemand anders, die ons crediet geeft voor papier, zetwerk en drukloon? BILLING. 't Is toch een vervloekt ding dat wij het noodige bedrijfskapitaal niet hebben. HOVSTAD (_gaat aan zijn lessenaar zitten_). Ja, als we dat maar hadden, dan.... BILLING. Als je er eens met den dokter over sprak? HOVSTAD (_bladert in zijn papieren_). Wat zou dat helpen? Hij bezit immers niets. BILLING. Neen; maar hij heeft een goede achter de hand, den ouden Morten Kiil,... de "das" zooals ze hem noemen. HOVSTAD (_schrijvend_). Weet je dat zoo zeker dat _die_ wat heeft? BILLING. Goddome, ja, hij wel! En een deel daarvan moet toch wel aan Stockmanns familie komen. Hij zal toch wel wat meegeven ... aan de kinderen althans. HOVSTAD (_keert zich half om_). Reken je daarop? BILLING. Of ik er op reken? Ik reken natuurlijk nergens op. HOVSTAD. Daar doe je wel aan. En op die betrekking van secretaris zou ik ook maar heelemaal niet rekenen; want ik kan je verzekeren
PREV.   NEXT  
|<   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289  
290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   >>   >|  



Top keywords:

BILLING

 
HOVSTAD
 
heelemaal
 

ASLAKSEN

 
mijnheer
 
Hovstad
 

Billing

 

iemand

 

politiek

 

houden


beetje

 

alleen

 
secretaris
 

betrekking

 
immers
 

lessenaar

 

moesten

 
altijd
 

lokale

 

hadden


zitten

 

binnen

 

drukkerij

 

hebben

 

afkwamen

 
papier
 

zetwerk

 

drukloon

 
crediet
 

anders


bedrijfskapitaal

 

noodige

 

vervloekt

 

papieren

 
Goddome
 

daarvan

 

schrijvend

 

noemen

 

zooals

 
Stockmanns

familie
 
daarop
 

althans

 

meegeven

 

kinderen

 

Morten

 

bladert

 

rekenen

 
nergens
 

dokter