e maatschappij gedaan. Ik, dien hij een vijand van
de maatschappij heeft genoemd!
MEVR. STOCKMANN. Maar jegens je gezin, Thomas? Jegens ons hier thuis?
Vindt je dat je op die manier je plicht doet jegens hen voor wier
onderhoud je zorgen moet?
PETRA. Och, denk toch niet altijd in de eerste plaats aan ons, moeder.
MEVR. STOCKMANN. Ja, jij hebt goed praten; jij kunt desnoods op eigen
beenen staan.... Maar denk aan de jongens, Thomas; en denk ook een
beetje aan jezelf en aan mij....
DR. STOCKMANN. Maar ik geloof dat je niet goed wijs bent, Katrine! Als
ik zoo jammerlijk laf was om met dien Peter en zijn verdomden troep te
capituleeren, zou ik dan wel ooit een gelukkig oogenblik in mijn leven
meer kunnen hebben?
MEVR. STOCKMANN. Ja, dat weet ik niet; maar Onze Lieve Heer beware ons
voor het geluk dat ons allen te wachten staat, als jij in je trots
volhardt. Dan sta je weer zonder brood, zonder vast inkomen. Mij dunkt,
daar hebben wij genoeg van gehad in vroeger dagen; denk er aan, Thomas;
bedenk wat dat zeggen wil.
DR. STOCKMANN (_in hevigen tweestrijd_). En tot zoo iets kunnen die
bureau-slaven een vrij en eerlijk man brengen! Is dat niet vreeselijk,
Katrine?
MEVR. STOCKMANN. Ja, ze hebben schandelijk gehandeld tegenover je, dat
staat vast. Maar lieve God, er is zoo veel dat onrechtvaardig is,
waaronder een mensch zich maar buigen moet.... Daar zijn de jongens,
Thomas! Kijk ze eens aan! Wat zal er van hen worden? O neen, neen, je
kunt het nooit over je hart verkrijgen....
(_Ejlif en Morten met hun schoolboeken zijn intusschen binnengekomen_).
DR. STOCKMANN. De jongens!... (_Staat op eens vast besloten stil_). En
al zou de heele wereld te gronde gaan, toch buig ik mijn nek niet onder
het juk (_gaat naar zijn kamer_).
MEVR. STOCKMANN (_hem achterna_). Thomas,... wat ga je doen!
DR. STOCKMANN (_bij de deur_). Ik wil het recht behouden om mijn jongens
in de oogen te zien, als zij eens tot vrije mannen zullen zijn
opgegroeid (_gaat binnen_).
MEVR. STOCKMANN (_barst in tranen uit_). O, God helpe en trooste ons
allen!
PETRA. Vader is ferm! Hij buigt niet!
(_De jongens vragen verwonderd wat er is; Petra beduidt hen dat zij
zwijgen moeten_).
EINDE VAN HET TWEEDE BEDRIJF.
* * * * *
DERDE BEDRIJF.
De redactie-kamer van de "Volksbode." Links achter de entree-deur;
rechts in denzelfden wand een glazen deur, waardoor men in de
drukkerij kijkt.
|