En nu als een heer te kunnen
leven! Vandaag, bijvoorbeeld, hebben wij gebraden rundvleesch op tafel
gehad; ja wij hebben er zelfs van avond ook nog van. Wil je niet eens
een stukje proeven? Of zal ik het je ten minste even laten zien? Kom
eens hier....
BURGEM. STOCKMANN. Neen, neen, dank je, stellig niet....
DR. STOCKMANN. Nou, kom dan toch maar eens hier. Kijk, wij hebben een
tafelkleed gekregen.
BURGEM. STOCKMANN. Ja dat heb ik gezien.
DR. STOCKMANN. En een lampekap hebben we ook. Zie je? Dat heeft Katrine
allemaal van gespaard geld aangeschaft. En dat maakt de kamer zoo
gezellig. Vind je ook niet? Ga hier eens staan;... neen, neen, niet zoo.
Zoo, ja? Zie je, als het licht er zoo geconcentreerd op valt.... Ik vind
heusch dat het elegant staat. He?
BURGEM. STOCKMANN. Ja, als men zich die weelde veroorloven kan....
DR. STOCKMANN. O ja, nu kan ik mij die wel veroorloven; Katrine zegt dat
ik bijna zoo veel verdien als wij noodig hebben.
BURGEM. STOCKMANN. Bijna, ja...!
DR. STOCKMANN. Maar een man van de wetenschap dient toch ook een beetje
voornaam te leven. Ik ben er zeker van dat een gewoon lid van het
gemeentebestuur veel meer verteert in een jaar dan ik.
BURGEM. STOCKMANN. Ja, dat geloof ik graag! Een lid van het
gemeentebestuur, een overheidspersoon!...
DR. STOCKMANN. Nou, dan een gewoon groothandelaar! Zoo een verteert wel
ik weet niet hoeveel maal zooveel als ik.
BURGEM. STOCKMANN. Ja, dat brengt hun positie nu zoo mee.
DR. STOCKMANN. Overigens doe ik heelemaal geen onnoodige uitgaven,
Peter! Maar ik kan mij toch niet het groote genoegen ontzeggen om
menschen bij mij te zien. Dat heb ik noodig, zie je. Ik, die zoolang in
verbanning geleefd heb;... voor mij is het een levensbehoefte om met
jonge, frissche, moedige jonge menschen, vrijzinnige, ondernemende jonge
menschen;... en dat zijn ze, die allemaal, die daarbinnen zoo lekker
zitten te eten. Ik wou dat je Hovstad wat nader leerde kennen....
BURGEM. STOCKMANN. Ja, Hovstad ... dat is waar, hij vertelde mij, dat
hij weer een artikel van je zou opnemen in zijn courant.
DR. STOCKMANN. Een artikel van mij?
BURGEM. STOCKMANN. Ja, over de badinrichting. Een artikel dat je van den
winter al geschreven hadt.
DR. STOCKMANN. O dat, ja!... Neen, maar dat wil ik nu vooreerst niet
geplaatst hebben.
BURGEM. STOCKMANN. Niet? Ik vind toch dat het juist nu de beste tijd er
voor is.
DR. STOCKMANN. Ja, daar kan je wel gelijk in hebben, in gewo
|