ne
omstandigheden.... (_loopt door de kamer_)
BURGEM. STOCKMANN (_volgt hem met de oogen_). Wat zijn er dan nu voor
ongewone omstandigheden?
DR. STOCKMANN (_blijft staan_). Ja, Peter, dat kan ik je op het
oogenblik heusch nog niet zeggen, in elk geval van avond niet. Misschien
is er heel veel ongewoons in de omstandigheden, of misschien ook
heelemaal niets. Het kan heel goed zijn dat het maar verbeelding is.
BURGEM. STOCKMANN. Ik moet bekennen dat dit uiterst raadselachtig
klinkt. Is er iets aan de hand? Iets waar ik buiten gehouden moet
worden? Ik zou toch meenen, dat ik, als president van het bestuur der
badinrichting....
DR. STOCKMANN. En ik zou toch meenen dat ik ... neen, laten we elkaar
niet in het haar vliegen, Peter.
BURGEM. STOCKMANN. De Hemel bewaar me; 't is mijn gewoonte niet om
iemand in het haar te vliegen, zooals je zegt. Maar ik moet er heel
beslist op aandringen dat alle maatregelen langs officieelen weg en door
de wettig daarvoor aangestelde machten behandeld worden. Ik kan niet
toestaan dat men langs kronkelpaden of achterwegen gaat.
DR. STOCKMANN. Ben _ik_ gewoon langs kronkelpaden of achterwegen te
gaan?
BURGEM. STOCKMANN. Je hebt in elk geval een ingeboren neiging om je
_eigen_ weg te gaan. En dat is in een goed geregelde maatschappij al
haast evenmin toe te laten.... De eenling moet zich volstrekt aan de
meerderheid onderwerpen of, juister gezegd, aan de gestelde machten die
te waken hebben over het algemeen welzijn.
DR. STOCKMANN. Dat mag waar zijn. Maar wat drommel gaat mij dat aan?
BURGEM. STOCKMANN. Omdat je dat maar nooit schijnt te kunnen leeren,
mijn goede Thomas. Maar pas op; je zult daar nog eens leergeld voor
moeten betalen; vroeg of laat. Nu, ik heb je gewaarschuwd. Adieu.
DR. STOCKMANN. Maar ben je nu stapelgek? Je bent het spoor heelemaal
bijster....
BURGEM. STOCKMANN. Dat overkomt mij toch anders niet dikwijls. Overigens
moet ik je verzoeken.... (_groet naar de eetkamer_). Adieu, Katrine.
Adieu, heeren (_gaat weg_).
MEVR. STOCKMANN (_komt in de huiskamer_). Is hij weg?
DR. STOCKMANN. Ja, zeg; en zoo nijdig als een spin.
MEVR. STOCKMANN. Maar, Thomas-lief, wat heb je hem dan nu weer gedaan?
DR. STOCKMANN. Niemendal. Hij kan toch niet verlangen dat ik hem
rekenschap zal afleggen voor de tijd daar is.
MEVR. STOCKMANN. Waarvan moest je hem rekenschap geven?
DR. STOCKMANN. Hm; niet naar vragen, Katrine.... Vreemd dat de post nog
niet komt.
(_Hovst
|