g je het dan?
MEVR. ALVING (_langzaam_). Ik zag alleen dit eene maar, dat je vader een
verwoest gestel had, voor jij nog geboren was.
OSWALD (_gedempt_). Ah...! (_hij staat op en gaat naar het raam_).
MEVR. ALVING. En dan vervolgde mij dag in dag uit, die eene gedachte,
dat Regine eigenlijk hier even goed thuis hoorde ... als mijn eigen
jongen.
OSWALD (_keert zich plotseling om_). Regine!
REGINE (_komt overeind en vraagt gedempt_). Ik....
MEVR. ALVING. Ja, nu weet je het allebei.
OSWALD. Regine!
REGINE (_in zich zelf_). Dus was moeder van den lichten kant!
MEVR. ALVING. Je moeder was braaf in veel opzichten, Regine.
REGINE. Ja maar, zij was dan toch van den lichten kant. Ja, soms heb ik
het wel eens gedacht, maar.... Ja, mevrouw, permitteert u mij dan dat ik
maar terstond weg ga...?
MEVR. ALVING. Meen je dat heusch, Regine?
REGINE. Ja, zeker meen ik dat.
MEVR. ALVING. Je bent natuurlijk vrij om te doen zoo als je wilt,...
maar....
OSWALD (_gaat naar Regine toe_). Ga je nu weg? Hier hoor je immers
thuis.
REGINE. Merci, mijnheer Alving;... ja, nu kan ik ook wel Oswald tegen je
zeggen. Maar ik had mij niet voorgesteld dat het op die manier zou
zijn....
MEVR. ALVING. Regine, ik ben niet openhartig tegen je geweest....
REGINE. Neen, en dat is schandelijk genoeg! Had ik geweten dat Oswald
ziekelijk was, dan.... En nu er dan toch niets van komen kan tusschen
ons.... Neen, ik kan heusch niet hier buiten blijven en me afbeulen voor
zieke menschen.
OSWALD. Zelfs niet voor iemand die je zoo na bestaat?
REGINE. Neen, waarlijk dat kan ik niet. Een arm meisje moet van haar
jeugd profiteeren, want anders zit je op zwart zaad voor je het weet.
En ik heb ook levensblijheid in me, mevrouw!
MEVR. ALVING. Ja, helaas; maar gooi je niet weg, Regine.
REGINE. O, als dat gebeurt, dan zal het wel zoo moeten wezen. Als Oswald
naar zijn vader aardt, dan zal ik wel naar mijn moeder aarden, denk
ik.... Mag ik vragen, mevrouw, of dominee Manders weet van dit geval met
mij?
MEVR. ALVING. Dominee Manders weet er alles van.
REGINE (_druk bezig met haar doek om te doen_). Ja, dan moet ik maar
zien zoo gauw mogelijk met de boot weg te komen. Dominee Manders is
zoo'n lieve man om iets van gedaan te krijgen; en ik vind eigenlijk dat
ik evenveel recht heb op een beetje van dat geld als die akelige
schrijnwerker.
MEVR. ALVING. Dat is je van harte gegund, Regine.
REGINE (_kijkt haar strak aan_). Mevrou
|