FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253  
254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   >>   >|  
MEVR. ALVING (_roept_). Oswald! OSWALD (_springt weer op en loopt door de kamer_). En nu heb je mij Regine afgenomen...! Had ik haar maar gehad. Zij zou mij wel geholpen hebben. MEVR. ALVING (_gaat naar hem toe_). Wat meen je daarmee, mijn lieveling? Is er dan iets ter wereld waarmee ik je niet zou willen helpen? OSWALD. Toen ik te Parijs weer van dien aanval hersteld was, zei de dokter mij, dat als het weer terug kwam ... en het komt terug ... dat er dan geen hoop meer was. MEVR. ALVING. En hij was zoo onbarmhartig om je.... OSWALD. Ik eischte het van hem. Ik zei hem dat ik beschikkingen te maken had.... (_glimlacht listig_). En dat had ik ook..., (_haalt een doosje uit zijn borstzak_). Moeder, zie je dat? MEVR. ALVING. Wat is dat? OSWALD. Morfinepoeders. MEVR. ALVING (_kijkt hem verschrikt aan_). Oswald,... mijn jongen? OSWALD. Ik heb twaalf capsules opgespaard. MEVR. ALVING (_grijpt er naar_). Geef mij dat doosje, Oswald! OSWALD. Nog niet, moeder, (_hij stopt het weer in zijn zak_). MEVR. ALVING. Dat overleef ik niet! OSWALD. Je moet het overleven. Had ik Regine nu maar hier gehad, dan had ik haar gezegd hoe het met mij stond ... en haar om dien laatsten dienst gevraagd. Zij zou mij wel geholpen hebben; daar ben ik zeker van. [Illustratie: Mevr. W. Schwab-Welman en de Heer E.P. Erfmann Jr. als Mevr. Alving en Oswald in "Spoken" (3e Bedrijf)] MEVR. ALVING. Nooit. OSWALD. Als het vreeselijke gekomen was en zij mij hier hulpeloos zag liggen, als een klein kind, opgegeven, verloren, hopeloos,... niet meer te redden.... MEVR. ALVING. Nooit van haar leven had Regine dat gedaan! OSWALD. Regine had het wel gedaan. Regine was zoo heerlijk luchthartig. En het zou haar ook gauw verveeld hebben zoo'n zieke als ik ben op te passen. MEVR. ALVING. Dan dank ik den Hemel dat Regine er niet meer is! OSWALD. Ja, nu moet jij mij dus dien dienst bewijzen, moeder. MEVR. ALVING (_gilt_). Ik! OSWALD. Wie is er nader aan toe dan jij? MEVR. ALVING. Ik! Je moeder! OSWALD. Juist daarom. MEVR. ALVING. Ik, die je het leven gegeven heb! OSWALD. Ik heb je niet om dat leven gevraagd! En wat is dat voor een leven dat je mij gegeven hebt? Ik wil het niet hebben! Je moet het terug nemen! MEVR. ALVING. Help! Help! (_zij loopt naar de voorkamer_). OSWALD (_haar achterna_). Loop niet van mij weg! Waar wil je heen? MEVR. ALVING (_in de voorkamer_). Den dokter voor je halen, Oswald! Laat m
PREV.   NEXT  
|<   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253  
254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   >>   >|  



Top keywords:

ALVING

 

OSWALD

 

Regine

 

Oswald

 
hebben
 

moeder

 

gegeven

 

voorkamer

 
gedaan
 

dienst


gevraagd
 
doosje
 

geholpen

 

dokter

 

hopeloos

 

verloren

 

verveeld

 

opgegeven

 

redden

 

heerlijk


afgenomen
 

luchthartig

 

gekomen

 

vreeselijke

 

Bedrijf

 

Spoken

 
liggen
 
hulpeloos
 

Alving

 
passen

achterna

 

springt

 
Erfmann
 

daarom

 

bewijzen

 
Welman
 
wereld
 

listig

 

waarmee

 

borstzak


Morfinepoeders

 

Moeder

 

glimlacht

 
willen
 

hersteld

 
aanval
 

Parijs

 

onbarmhartig

 

beschikkingen

 
eischte