af al iets wormstekigs
in je geweest,... hij gebruikte letterlijk het woord "vermoulu".
MEVR. ALVING (_in spanning_). Wat meende hij daarmee?
OSWALD. Ik begreep het ook niet en verzocht hem zich nader te verklaren.
En toen zei die oude cynicus.... (_balt de vuist_) O...!
MEVR. ALVING. Wat zei hij?
OSWALD. Hij zei: de zonden der vaderen worden bezocht aan de kinderen.
MEVR. ALVING (_staat langzaam op_). De zonden der vaderen...!
OSWALD. Ik had hem haast een slag in zijn gezicht gegeven....
MEVR. ALVING (_loopt heen en weer_). De zonden der vaderen....
OSWALD (_glimlacht droef_). Ja, hoe vind je 't? Natuurlijk verzekerde ik
hem dat er van zoo iets geen sprake kon zijn. Maar denk je dat hij zich
gewonnen gaf? Neen, hij bleef er bij; en pas toen ik je brieven voor den
dag had gehaald en al de plaatsen waar je over vader schreef, vertaald
had....
MEVR. ALVING. Toen...?
OSWALD. Ja, toen moest hij van zelf wel toegeven dat hij op een
dwaalspoor was; en toen hoorde ik de waarheid! Dat heerlijke, gelukkige
jonge leven dat ik geleid had met mijn kameraden had ik moeten mijden.
Dat had te veel van mijn krachten gevergd. Eigen schuld dus!
MEVR. ALVING. Oswald! O neen, geloof dat niet!
OSWALD. Er is geen andere verklaring mogelijk, zei hij. Dat is het
verschrikkelijke. Hopeloos verloren voor mijn heele leven ... door mijn
eigen onbezonnenheid. Alles, wat ik had willen doen in de wereld,...
daar niet meer aan te mogen denken,... er niet meer aan te kunnen
denken. O, kon ik mijn leven nog maar eens overdoen,... het allemaal
ongedaan maken! (_hij laat zich voorover vallen met het gezicht op de
canape_).
MEVR. ALVING (_wringt de handen en loopt in hevigen tweestrijd op en
neer_).
OSWALD (_richt zich half op na een poosje; blijft met den elleboog op de
canape gesteund zitten_). Als het nog iets overgeerfds was,... iets dat
je zelf niet helpen kon. Maar zoo! Op zoo'n schandelijke, onnadenkende,
lichtzinnige manier je eigen geluk vergooid te hebben, je eigen
gezondheid, alles, alles ... je toekomst, je leven....
MEVR. ALVING. Neen, neen, mijn eigen lieve jongen, dat is onmogelijk!
(_buigt zich over hem heen_). Je bent er niet zoo wanhopig aan toe als
je denkt.
OSWALD. O, je weet 't niet.... (_springt op_). En dan nog dat er bij,
dat ik jou al dat verdriet bezorg! Dikwijls heb ik bijna gewenscht en
gehoopt dat je minder van me zoudt houden.
MEVR. ALVING. Ik, Oswald, mijn eenige jongen! Het eenige wat i
|