FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232  
233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   >>   >|  
orgen gehouden. Die voor _mij_ verborgen, die je volkomen in alles vertrouwd heb. ENGSTRAND. Ja, helaas, dat heb ik gedaan. DOM. MANDERS. Heb ik dat aan je verdiend, Engstrand? Ben ik niet altijd bereid geweest om je met raad en daad bij te staan, zoover het in mijn macht stond? Antwoord mij! Is dat zoo niet? ENGSTRAND. Het had er maar dikwijls slecht voor mij uitgezien, als ik dominee Manders niet gehad had. DOM. MANDERS. En dan beloon je mij op die manier. Maakt dat ik onjuistheden inschrijf in het kerkelijk register, en onthoudt mij daarna nog jaren lang de ophelderingen die je mij en de waarheid verschuldigd bent. Je handelwijze is ten eenenmale onverantwoordelijk geweest, Engstrand; en van nu af is het uit tusschen ons. ENGSTRAND (_met een zucht_). Ja, dat zal wel ... dat begrijp ik. DOM. MANDERS. Ja, want hoe zou je je wel kunnen rechtvaardigen? ENGSTRAND. Maar had zij zich dan nog meer moeten vertramponeeren door er over te babbelen? Als dominee zich nu eens wil voorstellen dat hij in hetzelfde geval verkeerde als Johanne zaliger.... DOM. MANDERS. Ik! ENGSTRAND. Jesses, jesses, ik meen nu niet zoo precies eender. Ik bedoel maar dat dominee iets zou hebben om zich over te schamen tegenover de menschen, zooals ze zeggen. Wij manspersonen moeten toch een arme vrouw niet al te streng veroordeelen, dominee. DOM. MANDERS. Maar dat doe ik ook niet. Ik verwijt jou je onoprechtheid. ENGSTRAND. Zou ik dominee eens een klein vraagje mogen doen? DOM. MANDERS. Jawel, vraag maar. ENGSTRAND. Is het niet goed en braaf van een man, als hij de gevallen vrouw opricht? DOM. MANDERS. Ja, dat spreekt. ENGSTRAND. En is een man niet verplicht eerlijk zijn woord te houden? DOM. MANDERS. Ja natuurlijk, maar.... ENGSTRAND. Toen Johanne ongelukkig was gemaakt door dien Engelschman ... of misschien was het een Amerikaander of een Russer, zooals ze ze noemen ... nou, toen kwam zij naar de stad. Het arme schepsel had mij vroeger al een paar keer den bons gegeven, want ze keek alleen maar naar de mooiigheid toen en ik had immers dat mankement aan mijn been. Ja, dominee zal zich nog wel herinneren dat ik eens een keer een danshuis binnen gegaan ben, waar matrozen en andere zeelui in dronkenschap en gemeenheid herrie maakten om zoo te zeggen. En toen ik hen vermanen wou om zich tot een nieuw leven te bekeeren.... MEVR. ALVING (_bij het raam_). Hm.... DOM. MANDERS. Ik weet het Engstrand, die ruwe menschen
PREV.   NEXT  
|<   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232  
233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   >>   >|  



Top keywords:

ENGSTRAND

 

MANDERS

 

dominee

 

Engstrand

 
moeten
 

zooals

 

menschen

 

Johanne

 
zeggen
 

geweest


gevallen
 
opricht
 

binnen

 

bekeeren

 

spreekt

 

verplicht

 

vermanen

 

gegaan

 

eerlijk

 

verwijt


herinneren
 

ALVING

 

vraagje

 

onoprechtheid

 

houden

 

mooiigheid

 
alleen
 
Amerikaander
 

Russer

 
noemen

schepsel

 

veroordeelen

 
vroeger
 

matrozen

 

andere

 
danshuis
 
ongelukkig
 

herrie

 

natuurlijk

 

maakten


gemeenheid

 

mankement

 

Engelschman

 
immers
 

misschien

 
zeelui
 

dronkenschap

 

gemaakt

 

gegeven

 
beloon