g terug te brengen. Keer zelf om; en
richt op, wat er misschien nog in hem op te richten is. Want (_met
opgeheven wijsvinger_) in waarheid, mevrouw Alving, u is een met schuld
beladen moeder!... Ik heb het mijn plicht geacht u dat te zeggen.
(_Zwijgen_).
MEVR. ALVING (_langzaam en met zelfbeheersching_). Nu heeft u gesproken,
dominee; en morgen zal u openlijk spreken om mijn man te gedenken. Ik
zal morgen niet spreken. Maar nu wil ik eens even tot u spreken, zooals
u tot mij gesproken heeft.
DOM. MANDERS. Natuurlijk; u wil verontschuldigingen aanvoeren voor uwe
handelwijze....
MEVR. ALVING. Neen. Ik wil alleen maar vertellen.
DOM. MANDERS. Nu...?
MEVR. ALVING. Alles wat u zooeven hier zei, van mij en mijn man en ons
samenleven, nadat u, zooals u het noemde, mij op den weg van den plicht
had teruggevoerd ... van dat alles weet u door eigen waarneming,
volstrekt niets. Van dat oogenblik af zette u, onze dagelijksche
huisvriend,... nooit meer een voet in ons huis.
DOM. MANDERS. U heeft immers, onmiddellijk daarop, met uw man de stad
verlaten.
MEVR. ALVING. Ja, en hier buiten is u zoo lang mijn man leefde nooit bij
ons gekomen. Het zijn zaken geweest die u dwongen mij op te zoeken, toen
u in de kwestie van het gesticht is betrokken geworden.
DOM. MANDERS. Helene ... als dat een verwijt moet zijn, dan verzoek ik u
wel te overwegen....
MEVR. ALVING. ... alles wat u aan uw positie verschuldigd was; jawel. En
ook dat ik een van haar man weggeloopen vrouw was. Men kan nooit
terughoudend genoeg zijn tegenover zulke roekelooze vrouwen.
DOM. MANDERS. Lieve ... mevrouw dat is nu wel ontzettend overdreven....
MEVR. ALVING. Ja, ja, ja ... dat kan wel zijn. Ik wou alleen maar zeggen
dat toen u een oordeel uitsprak over mijn huwelijksleven, u eenvoudig
steunde op de algemeen gangbare opvatting.
DOM. MANDERS. Nu ja; en wat zou dat?
MEVR. ALVING. Maar Manders, nu zal ik u de waarheid eens zeggen. Ik heb
het mijzelf plechtig beloofd dat u het eenmaal weten zou. U alleen!
DOM. MANDERS. En wat is dan de waarheid?
MEVR. ALVING. De waarheid is, dat mijn man net zoo gedepraveerd stierf
als hij altijd geleefd had.
DOM. MANDERS (_grijpt naar een stoel_). Wat zegt u?
MEVR. ALVING. Na een negentienjarig huwelijk nog even gedepraveerd ...
in zijn zinnelijke lusten althans ... als hij was voor u ons trouwde.
DOM. MANDERS. En deze jeugd-afdwalingen,... deze ongeregeldheden,...
uitspattingen, als u wil, noemt
|