u gedepraveerdheid!
MEVR. ALVING. Onze huisdokter gebruikte die uitdrukking.
DOM. MANDERS. Nu begrijp ik u niet.
MEVR. ALVING. Dat hoeft ook niet.
DOM. MANDERS. 't Begint mij haast te duizelen. Uw heele huwelijk,... het
heele veeljarige samenleven met uw man zou niets anders zijn dan een
overdekte afgrond!
MEVR. ALVING. Absoluut niets anders. Nu weet u het.
DOM. MANDERS. Daar ... daar kan ik nog niet bij. Ik kan het niet in me
opnemen! Niet vasthouden! Maar hoe was het dan mogelijk dat...? Hoe
heeft zoo iets verborgen kunnen blijven?
MEVR. ALVING. Dat is juist mijn voortdurende dagelijksche strijd
geweest. Toen Oswald geboren was, meende ik dat het wat beter ging met
Alving. Maar dat duurde niet lang. En nu moest ik dubbel strijden,
strijden op leven en dood, dat maar niemand zou te weten komen, wat voor
een mensch de vader van mijn kind was. En u weet wel hoe innemend Alving
was. Niemand scheen ooit iets anders dan goeds van hem te kunnen
gelooven. Hij was een van die menschen, wiens reputatie er niet onder
lijdt, hoe hij ook leeft. Maar toen, Manders,... dat moet u ook weten
... toen kwam het afschuwelijkste van alles.
DOM. MANDERS. Iets nog afschuwelijker dan dat!
MEVR. ALVING. Ik had alles verdragen, hoewel ik zeer goed wist wat er in
het geheim buitenshuis gebeurde. Maar toen het schandaal binnen onze
eigen vier muren begon....
DOM. MANDERS. Wat zegt u! Hier!
MEVR. ALVING. Ja, hier in ons eigen huis. Daar, (_zij wijst naar de
eerste deur rechts_) in de eetkamer was het, dat ik het 't eerst merkte.
Ik had iets te doen in die kamer en de deur stond aan. Toen hoorde ik
ons kamermeisje de tuintrap opkomen met water voor de bloemen daarginds.
DOM. MANDERS. Ja, en...?
MEVR. ALVING. Even daarna hoorde ik dat Alving ook kwam. Ik hoorde dat
hij zachtjes iets tegen haar zei. En toen hoorde ik (_met een kort
lachje_). O, het klinkt mij nog altijd zoo schrijnend en toch zoo
belachelijk ook;... toen hoorde ik mijn eigen dienstmeisje fluisteren:
Laat me los, mijnheer! Laat mij met rust!
DOM. MANDERS. Wat een ongepaste lichtzinnigheid van hem! O, maar meer
dan lichtzinnigheid was dat niet, mevrouw. Geloof wat ik u zeg.
MEVR. ALVING. Ik kwam gauw genoeg te weten wat ik er van gelooven moest.
Mijn man kreeg gedaan wat hij wou van het meisje,... en die relatie had
gevolgen dominee.
DOM. MANDERS (_als versteend_). En dat alles hier in huis! Hier in huis!
MEVR. ALVING. Ik had al veel uitgestaan in
|