FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224  
225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   >>   >|  
Ik wou niet dat Oswald, mijn eigen jongen, iets hoegenaamd van zijn vader zou erven. DOM. MANDERS. Het is dus Alving's vermogen, dat...? MEVR. ALVING. Ja. De sommen die ik jaar op jaar aan het gesticht geschonken heb, overtreffen het fortuin, ik heb het nauwkeurig uitgerekend ... dat in zijn tijd luitenant Alving tot een goede partij maakte. DOM. MANDERS. Ik begrijp u.... MEVR. ALVING. Dat was de koopsom.... Ik wil niet dat dat geld in Oswald's handen zal overgaan. Mijn zoon moet alles van mij alleen hebben. (_Oswald komt door de tweede deur rechts; van hoed en overjas heeft hij zich ontdaan_). MEVR. ALVING (_hem tegemoet gaand_). Ben je daar al terug? mijn beste lieve jongen! OSWALD. Ja, wat moet je buiten uitvoeren in dien eeuwigdurenden regen? Maar ik hoor dat wij aan tafel zullen gaan. Dat is uitstekend! REGINE (_met een pakje uit de eetkamer komend_). Er is een pakje voor mevrouw gekomen (_reikt het haar over_). MEVR. ALVING (_met een blik op dominee Manders_). De feestzangen voor morgen waarschijnlijk. DOM. MANDERS. Hm.... REGINE. En er is opgedaan. MEVR. ALVING. Goed; wij komen dadelijk; ik wil maar even.... (_begint het pakje open te maken_). REGINE (_tegen Oswald_). Verlangt mijnheer witte of roode port? OSWALD. Allebei, alsjeblieft. REGINE. Bien...; heel goed mijnheer (_zij gaat de eetkamer binnen_). OSWALD. Ik zal wel eens even helpen met het opentrekken van de flesschen (_gaat de eetkamer in waarvan de deur weer halfopen glijdt achter hem_). MEVR. ALVING (_die het pakje geopend heeft_). Jawel, juist; hier hebben we de feestzangen, dominee. DOM. MANDERS (_met gevouwen handen_). Hoe ik morgen met een opgewekt gemoed mijn toespraak zal kunnen houden, dat...! MEVR. ALVING. Och, dat zal wel gaan. DOM. MANDERS (_zachtjes om niet in de eetkamer gehoord te worden_). Ja, schandaal mogen wij toch niet verwekken. MEVR. ALVING. Neen. Maar dan is ook dit lange leelijke comediespel uit. Van overmorgen af, zal het voor mij zijn alsof de doode nooit in dit huis geleefd had. Hier zal niemand meer zijn dan mijn jongen en zijn moeder. (_Men hoort in de eetkamer leven van een stoel die omvalt; tegelijkertijd hoort men_:) REGINE's stem (_duidelijk maar fluisterend_). Maar Oswald! Ben je gek? Laat me los! MEVR. ALVING (_schrikt hevig_). Ah...! (_Zij staart als verbijsterd naar de halfopen deur. Men hoort Oswald hoesten en neurieen daarbinnen. Een flesch wordt opengetrokk
PREV.   NEXT  
|<   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224  
225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   >>   >|  



Top keywords:
ALVING
 

Oswald

 

MANDERS

 

REGINE

 

eetkamer

 

OSWALD

 

jongen

 

hebben

 

handen

 
Alving

mijnheer

 

morgen

 

halfopen

 

feestzangen

 

dominee

 

gevouwen

 

opgewekt

 
gemoed
 
flesch
 
houden

schrikt

 

toespraak

 

kunnen

 

opengetrokk

 

achter

 

staart

 

helpen

 

binnen

 
opentrekken
 

geopend


glijdt
 
flesschen
 

waarvan

 
zachtjes
 
alsjeblieft
 
verbijsterd
 

overmorgen

 

geleefd

 
moeder
 
niemand

tegelijkertijd
 

omvalt

 

schandaal

 
verwekken
 
worden
 

gehoord

 

daarbinnen

 

neurieen

 

hoesten

 

duidelijk