FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198  
199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   >>   >|  
ELMER. Niet ... niet gelukkig? NORA. Neen; ik had alleen maar pret. En jij bent altijd zoo lief voor mij geweest. Maar ons huis is niets anders geweest dan een speelkamer. Ik ben je poppe-vrouwtje geweest net als ik thuis Papa's poppekind was. En de kinderen zijn weer mijn poppen geweest. Ik vond 't prettig als jij met mij speelde, net als de kinderen het prettig vinden als ik met hen speel. Dat is ons huwelijk geweest, Torwald. HELMER. Er is wel iets waars in wat je zegt ... hoe overdreven en overspannen het dan ook zijn mag. Maar voortaan zal het anders worden. De tijd van spelen zal voorbij zijn; nu komt het opvoedingswerk. NORA. De opvoeding van wie? Van mij of van de kinderen? HELMER. Van allebei, mijn beste Nora, van jou en van de kinderen. NORA. Och, Torwald, jij bent de man niet om mij op te voeden tot een echte vrouw voor je. HELMER. En dat zegt jij? NORA. En ik ... ben ik in staat kinderen op te voeden? HELMER. Nora! NORA. Zei je dat zelf niet daar straks ... dat werk durfde jij mij niet toevertrouwen. HELMER. In een oogenblik van drift! Wil je daar nu aan hechten? NORA. Ja zeker; want dat was heel juist gezegd. Die taak is te zwaar voor mij. Er is een andere taak, die eerst moet afgedaan worden. Ik moet mijzelf zien op te voeden. Jij bent niet de man die mij daarbij helpen kan. Daarvoor moet ik alleen zijn. En daarom ga ik nu van je weg. HELMER (_springt op_). Wat zeg je daar? NORA. Ik moet geheel alleen zijn, als ik mijzelf en alle dingen buiten mij zal leeren zien, zoo als ze zijn. Daarom kan ik niet langer bij je blijven. HELMER. Nora! Nora! NORA. Ik ga nu dadelijk weg. Kristine zal mij voor van nacht wel logeeren.... HELMER. Je bent niet wijs! Ik permiteer het niet! Ik verbied het je! NORA. Het helpt nu niet meer of je mij iets verbiedt. Ik zal meenemen wat van mij zelf is. Van jou wil ik niet hebben, noch nu noch later. HELMER. Maar dat is krankzinnigheid! NORA. Morgen ga ik naar huis ... ik bedoel mijn oude thuis. Daar zal het mij het gemakkelijkst vallen het een of ander te beginnen. HELMER. O, jij verblind, onervaren schepsel! NORA. Ik moet zien ervaring op te doen, Torwald. HELMER. Je huis, je man en kinderen verlaten! En denk je er heelemaal niet aan wat de menschen daarvan zullen zeggen? NORA. Daar kan ik mij niet aan storen. Ik weet alleen dat het voor mij noodzakelijk is. HELMER. O, het is schandelijk. Dat je je zoo aan je heiligste plichten
PREV.   NEXT  
|<   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198  
199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   >>   >|  



Top keywords:
HELMER
 

kinderen

 

geweest

 

alleen

 

Torwald

 

voeden

 

mijzelf

 

worden

 

anders

 
prettig

leeren

 

buiten

 

dingen

 

zullen

 

Daarom

 

langer

 

dadelijk

 
menschen
 
blijven
 
daarvan

geheel

 

schandelijk

 

helpen

 

daarbij

 

heiligste

 

plichten

 

noodzakelijk

 

springt

 
Kristine
 

zeggen


storen
 
Daarvoor
 

daarom

 
logeeren
 
ervaring
 
meenemen
 

verbiedt

 

hebben

 
schepsel
 
Morgen

krankzinnigheid
 

onervaren

 

verblind

 
heelemaal
 
vallen
 

bedoel

 

gemakkelijkst

 

beginnen

 

verlaten

 

verbied