rbij ... voorbij! Nora, zal je nooit meer aan mij denken?
NORA. Ik zal wel heel dikwijls nog denken aan jou en de kinderen en dit
huis.
HELMER. Mag ik je schrijven, Nora?
NORA. Neen ... nooit. Dat sta ik je niet toe.
HELMER. Maar, ik mag je toch zenden....
NORA. Niets ... niets.
HELMER. ... je helpen als je het noodig mocht hebben.
NORA. Neen ... zeg ik. Ik neem niets aan van vreemden.
HELMER. Nora ... kan ik dan nooit iets meer dan een vreemde voor je
worden?
NORA (_neemt haar valies op_). Och Torwald, dan zou het
allerwonderheerlijkste moeten gebeuren....
HELMER. Noem mij dat wonderheerlijkste!
NORA. Dan zouden wij beiden, jij zoowel als ik, zooveel veranderd moeten
zijn dat.... Och Torwald, ik geloof niet meer aan iets wonderheerlijks.
HELMER. Maar ik wil er aan gelooven. Noem het! Zooveel veranderd zijn
dat...?
NORA. Dat ons samenleven een huwelijk kon worden. Vaarwel. (_Zij gaat
weg door het portaal_).
HELMER (_valt neer op een stoel bij de deur en bedekt zijn gezicht met
de handen_). Nora! Nora! (_Kijkt om zich heen en staat op_). Weg. Zij is
weg. (_Met een straal van hoop_). Het wonderheerlijkste...?
(_Beneden hoort men met een bons een deur in het slot vallen_).
EINDE VAN HET DERDE OF LAATSTE BEDRIJF.
* * * * *
SPOKEN
EEN FAMILIE-DRAMA
IN DRIE BEDRIJVEN
* * * * *
PERSONEN:
Mevrouw HELENE ALVING, weduwe van den heer Alving,
in leven kapitein en kamerheer.
OSWALD ALVING, haar zoon, schilder.
Dominee MANDERS.
ENGSTRAND, schrijnwerker.
REGINE ENGSTRAND, bij Mevr. Alving in huis wonend.
Het stuk speelt op het landgoed van Mevr. Alving, aan een groote
fjord in westelijk Noorwegen.
* * * * *
EERSTE BEDRIJF.
Een ruime kamer met een deur in den linker zijmuur en twee deuren
in den muur rechts. Midden in de kamer een ronde tafel met stoelen
er omheen; op de tafel liggen boeken, tijdschriften en couranten.
Op den voorgrond links een raam en daarbij een klein canape met een
werktafeltje er voor. Achter de kamer een glazen serre met bloemen
en planten, iets smaller dan de kamer. Aan de rechterkant daarvan
een deur die naar den tuin leidt. Door de glazen wanden heen ziet
men een somber fjord-landschap, omsluierd door een dichten regen.
Engstrand staat
|