FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219  
220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   >>   >|  
(_kijkt hem steeds aan_). DOM. MANDERS. En wat zegt u van dat alles? MEVR. ALVING. Ik zeg dat Oswald gelijk had in ieder woord dat hij zei. DOM. MANDERS (_blijft staan_). Gelijk? Gelijk? In zulke principes! MEVR. ALVING. Hier in mijn eenzaamheid ben ik er toe gekomen er net eender over te denken, dominee. Maar ik heb nooit gewaagd het onderwerp aan te roeren. Nu, 't is goed; mijn jongen zal voor mij spreken. DOM. MANDERS. U is een beklagenswaardige vrouw, mevrouw Alving. Maar nu wil ik eens een ernstig woord met u spreken. Nu is het niet meer uw zakenbeheerder en raadsman, die voor u staat. Het is de geestelijke, zooals hij voor u stond in het moeilijkste uur van uw leven. MEVR. ALVING. En wat heeft de geestelijke mij te zeggen? DOM. MANDERS. Eerst wil ik uw herinneringen wakker roepen, mevrouw. Het tijdstip is wel gekozen. Morgen zal het tien jaar geleden zijn dat uw man gestorven is; morgen zal het gedenkteeken onthuld worden voor hem, die heengegaan is. Morgen zal ik spreken tot de heele verzamelde schare; maar heden wil ik spreken tot u alleen. MEVR. ALVING. Goed, dominee; ga u gang! DOM. MANDERS. Weet u nog, dat u, na ter nauwernood een jaar getrouwd te zijn geweest, aan den rand van den afgrond heeft gestaan? Dat u uw huis en haard verliet,... dat u wegliep van uw man;... ja mevrouw Alving wegliep, wegliep, en weigerde terug te keeren tot hem, hoezeer hij er ook om bad en smeekte? MEVR. ALVING. Heeft u vergeten hoe grenzenloos ongelukkig ik mij gevoelde dat eerste jaar? DOM. MANDERS. Dat is juist de echte geest van verzet die geluk eischt hier in het leven. Welk recht hebben wij menschen op geluk? Neen, wij moeten onzen plicht doen, mevrouw! En uw plicht was het te blijven bij den man, dien u eens gekozen had, en aan wien u verbonden was door heilige banden. MEVR. ALVING. U weet best wat voor een leven Alving leidde in dien tijd; aan welke uitspattingen Bij zich schuldig maakte. DOM. MANDERS. Ik weet heel goed welke geruchten er over hem rondgingen; en ik ben zeker de allerlaatste om zijn levenswandel in zijn jeugd goed te keuren, voor zoover die geruchten waarheid bevatten. Maar een vrouw is niet als rechter gesteld over haar man. Het was uw plicht geweest in nederigheid het kruis te dragen, dat een Hoogere Wil noodig voor u geacht had. Maar in plaats daarvan wierp u in arren moede uw kruis af, verliet den struikelende dien u had moeten steunen, zette uw goeden naam op het spel, en ..
PREV.   NEXT  
|<   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219  
220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   >>   >|  



Top keywords:
MANDERS
 

ALVING

 

spreken

 

mevrouw

 

Alving

 

plicht

 

wegliep

 

geweest

 

Gelijk

 
moeten

geestelijke

 

geruchten

 

gekozen

 

Morgen

 

dominee

 

verliet

 

blijven

 
banden
 
verbonden
 
steeds

heilige

 

ongelukkig

 

gevoelde

 

eerste

 

grenzenloos

 

smeekte

 

vergeten

 

hebben

 
menschen
 

eischt


verzet
 
noodig
 

geacht

 
plaats
 
daarvan
 
Hoogere
 

nederigheid

 

dragen

 
goeden
 
steunen

struikelende
 

gesteld

 

rechter

 
schuldig
 
maakte
 

leidde

 

uitspattingen

 

rondgingen

 

waarheid

 

bevatten