Ik zal beneden op je wachten.
MEVR. LINDE. Ja, dat 's goed. Dan kan je mij thuis brengen.
KROGSTAD. Zoo onbegrijpelijk gelukkig ben ik nog nooit in mijn leven
geweest. (_hij gaat de buitendeur uit; de kamerdeur blijft half open
staan_).
MEVR. LINDE (_reddert een beetje op en legt haar hoed en mantel klaar_).
Wat een omkeer! Ja, wat een omkeer! Menschen om voor te werken ... om
voor te leven; een thuis dat ik gezellig maken kan. Nu, ik zal ferm
moeten aanpakken. Als ze nu maar gauw kwamen.... (_luistert_). Aha! daar
zijn ze. Gauw mijn hoed aan (_neemt hoed en mantel op_).
(_Men hoort de stemmen van Helmer en Nora buiten; een sleutel wordt
omgedraaid en Helmer duwt Nora bijna met geweld het portaal in. Zij
draagt het Italiaansche costuum met een grooten zwarten doek over alles
heen; hij is in rok-en-witte-das met een open zwarte domino er over
heen_).
NORA (_nog in de deur, tegenstribbelend_). Neen, neen, neen; niet naar
binnen! Ik wil weer naar boven. Ik wil nog niet zoo vroeg weggaan.
HELMER. Maar liefste Nora....
NORA. He toe, Torwald, ik bid je, ik smeek je, nog maar een enkel
uurtje!
HELMER. Geen minuut langer, mijn lieve Nora. Je weet dat was de
afspraak. Kom, ga naar binnen; als je hier blijft staan vat je kou (_hij
dringt haar trots haar tegenstribbelen zachtjes de kamer in_).
MEVR. LINDE. Goeden avond.
NORA. Kristine!
HELMER. Wat, mevrouw, is u nog zoo laat hier?
MEVR. LINDE. Ja, neem mij niet kwalijk; ik wou Nora zoo graag in haar
costuum zien.
NORA. Heb je hier op mij zitten wachten?
MEVR. LINDE. Ja, ik kwam helaas een beetje te laat; je was al naar
boven; en toen vond ik dat ik toch niet weggaan kon zonder je gezien te
hebben.
HELMER (_neemt Nora den doek af_). Ja, bekijk haar maar eens goed. Mij
dunkt zij is het bekijken waard. Is zij niet prachtig, mevrouw?
MEVR. LINDE. Ja, dat moet ik toegeven....
HELMER. Is zij niet buitengewoon mooi? Dat was ook op de partij de
algemeene opinie. Maar vreeselijk eigenzinnig is zij ... dat lieve
kleine dingske. Wat zullen wij er aan doen? Wil u wel gelooven dat ik
haast geweld moest gebruiken om haar weg te krijgen?
NORA. O Torwald, het zal je nog berouwen dat je mij nog niet, zal was 't
maar een half uurtje, hebt gegund.
HELMER. Daar hoort u 't nu. Zij danst haar Tarantella ... wordt
stormachtig toegejuicht ... wat ook wel verdiend was ... hoewel de
uitvoering misschien wel wat al te realistisch was ... ik bedoel, wel
iets meer
|