FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194  
195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   >>   >|  
r jou deed ik het, en zoo beloon je er mij voor. NORA. Ja ... zoo. HELMER. Mijn heele geluk heb je nu verwoest. Mijn heele toekomst heb je bedorven. O, het is ontzettend daaraan te denken. Een gewetenlooze kerel heeft mij in zijn macht; hij kan met mij doen wat hij wil; alles van mij eischen, over mij bevelen en heerschen naar zijn goedvinden ... en ik durf niet te kikken. En zoo jammerlijk diep moet ik zinken en te gronde gaan door de schuld van een lichtzinnige vrouw! NORA. Als ik uit de wereld ben, dan ben je vrij. HELMER. Och, verkoop geen kunsten. Zulke mooie praatjes had je vader ook altijd bij de hand. Wat zou het mij helpen of jij al uit de wereld was, zooals je zegt? Dat helpt mij hoegenaamd niets! Hij kan de zaak immers toch bekend maken; en doet hij dat dan word ik misschien nog wel verdacht van de hand in jouw misdadig spel gehad te hebben. Misschien zullen de menschen nog denken dat ik er achter zat ... dat ik je er toe aangezet heb! En dat alles heb ik aan jou te danken, aan jou, die ik op de handen heb gedragen zoolang wij getrouwd zijn. Begrijp je nu wat je mij aangedaan hebt? NORA (_koel en kalm_). Ja. HELMER. Het is zoo ongelooflijk, dat ik 't nog niet in me opnemen kan. Maar wij moeten zien hoe wij er ons uitredden. Doe dien doek af. Dien doek af, zeg ik. Ik moet zien dat ik hem op de een andere manier tevreden stel. De zaak moet in de doos, hoe dan ook.... En wat jou en mij betreft, moet uiterlijk alles maar blijven zooals vroeger. Maar natuurlijk alleen voor het oog van de wereld. Je blijft dus hier in huis, dat spreekt van zelf. Maar de kinderen mag je niet opvoeden, die durf ik je niet toevertrouwen.... O, dat te moeten zeggen tegen haar, die ik zoo lief gehad heb en nog...! Nou ... dat moet nu uit zijn. Van geluk is voortaan geen kwestie meer; alleen moeten we trachten de restjes, den schijn nog te redden. (_Er wordt buiten gebeld_). HELMER (_schrikt_). Wat is dat? Zoo laat nog. Zou het vreeselijkste...? Zou hij...? Verberg je Nora! Zeg dat je ziek bent. (_Nora blijft onbewegelijk staan. Helmer gaat de voordeur open doen_). DIENSTMEISJE (_half ontkleed in het portaal_). Een brief voor mevrouw. HELMER. Geef mij dien (_grijpt den brief en sluit de deur_). Ja, dat is van hem. Jij krijgt hem niet; ik zal hem zelf lezen. NORA. Lees jij maar. HELMER (_bij de lamp_). Ik heb er haast geen moed toe. Misschien zijn we wel verloren, jij en ik allebei. Neen, ik _moet_ 't toch weten
PREV.   NEXT  
|<   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194  
195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   >>   >|  



Top keywords:
HELMER
 

moeten

 

wereld

 

blijft

 

alleen

 

zooals

 

Misschien

 

denken

 

betreft

 
kinderen

opvoeden

 

vroeger

 

zeggen

 

toevertrouwen

 

natuurlijk

 

uiterlijk

 

manier

 
andere
 
spreekt
 
allebei

blijven

 

tevreden

 

trachten

 

voordeur

 

DIENSTMEISJE

 

Helmer

 

onbewegelijk

 

krijgt

 
grijpt
 

ontkleed


portaal
 
mevrouw
 

restjes

 
schijn
 
redden
 
kwestie
 

voortaan

 

vreeselijkste

 
Verberg
 
verloren

buiten
 

gebeld

 

schrikt

 
zullen
 
schuld
 

lichtzinnige

 

gronde

 

jammerlijk

 

zinken

 

praatjes