FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176  
177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   >>   >|  
de tafel en gaat weer heen_). RANK. Nora ... mevrouw Helmer ... ik vraag u of u er iets van geweten heeft? NORA. Och, weet ik of ik iets geweten heb of niet! Dat kan ik u heusch niet zeggen.... Dat u nu zoo onhandig zijn kon, dokter! Nu was alles zoo goed. RANK. Nu, u heeft nu in elk geval de zekerheid dat ik met lichaam en ziel tot uw beschikking ben. En wil u me nu zeggen wat het is? NORA (_kijkt hem aan_). Na wat u gezegd heeft? RANK. Ik smeek u, zeg mij nu wat het is. NORA. Neen, nu kan ik u niets meer zeggen. RANK. O ja, jawel.... Zoo moet u mij niet straffen. Toe, laat mij voor u mogen doen wat een mensch bij machte is te doen. NORA. Nu kan u niets meer voor mij doen.... Och, ik zal ook wel geen hulp noodig hebben. U zal zien dat het allemaal maar verbeelding van mij was. Ja, dat is het stellig ... natuurlijk! (_gaat in de schommelstoel zitten, kijkt hem aan, glimlacht_). U is me zoowaar een mooie meneer, dokter! Is u nu eigenlijk niet een beetje beschaamd nu het licht op is? RANK. Neen; eigenlijk niet! Maar nu moet ik misschien wel weggaan ... voor goed? NORA. Neen, dat mag u stellig niet doen. U moet natuurlijk hier blijven komen net als altijd. U weet immers te goed dat Torwald u niet missen kan. RANK. Ja ... maar u? NORA. O, ik vind het altijd dol prettig als u komt. RANK. Dat is het juist wat mij op een verkeerd spoor gelokt heeft. U is mij een raadsel. Menigmaal leek het mij dat u net zoo graag met mij samen was als met Helmer. NORA. Ja, ziet u, er zijn zoo enkele menschen van wie je het meest houdt, en anderen met wie je bijna 't liefst wil samen zijn. RANK. Jawel, daar is wel iets van aan. NORA. Toen ik nog thuis was, hield ik natuurlijk het meeste van Papa. Maar ik vond het altijd dol prettig om stilletjes bij de meiden te gaan zitten; want die bedrilden mij nooit en die praatten altijd zoo amusant onder elkaar. RANK. Aha; dus ik ben voor hen in de plaats gekomen. NORA (_springt op en gaat naar hem toe_). O lieve beste dokter, zoo bedoelde ik 't nu heelemaal niet! Maar u kan wel begrijpen, dat het met Torwald net is als met papa.... (_Het dienstmeisje komt binnen_). DIENSTMEISJE. Mevrouw! (_fluistert en reikt haar een kaartje over_). NORA (_kijkt even op het kaartje_). Och! (_steekt het in haar zak_). RANK. Is er iets onaangenaams? NORA. O neen ... neen ... volstrekt niet; het is maar iets ... het is mijn nieuwe costuum.... RANK. Uw costuum? Dat ligt i
PREV.   NEXT  
|<   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176  
177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   >>   >|  



Top keywords:
altijd
 

natuurlijk

 

dokter

 

zeggen

 

prettig

 

eigenlijk

 

stellig

 

zitten

 

Torwald

 
Helmer

geweten

 

costuum

 

kaartje

 

steekt

 

meeste

 

onaangenaams

 

menschen

 
enkele
 
anderen
 
liefst

nieuwe

 

volstrekt

 

gekomen

 

dienstmeisje

 

plaats

 

binnen

 

springt

 

bedoelde

 
heelemaal
 

begrijpen


fluistert
 
meiden
 

bedrilden

 
Mevrouw
 
elkaar
 
amusant
 

DIENSTMEISJE

 

praatten

 
stilletjes
 
glimlacht

gezegd
 

beschikking

 

straffen

 
mevrouw
 
heusch
 

onhandig

 

zekerheid

 

lichaam

 

mensch

 

machte