de tafel en gaat
weer heen_).
RANK. Nora ... mevrouw Helmer ... ik vraag u of u er iets van geweten
heeft?
NORA. Och, weet ik of ik iets geweten heb of niet! Dat kan ik u heusch
niet zeggen.... Dat u nu zoo onhandig zijn kon, dokter! Nu was alles zoo
goed.
RANK. Nu, u heeft nu in elk geval de zekerheid dat ik met lichaam en
ziel tot uw beschikking ben. En wil u me nu zeggen wat het is?
NORA (_kijkt hem aan_). Na wat u gezegd heeft?
RANK. Ik smeek u, zeg mij nu wat het is.
NORA. Neen, nu kan ik u niets meer zeggen.
RANK. O ja, jawel.... Zoo moet u mij niet straffen. Toe, laat mij voor u
mogen doen wat een mensch bij machte is te doen.
NORA. Nu kan u niets meer voor mij doen.... Och, ik zal ook wel geen
hulp noodig hebben. U zal zien dat het allemaal maar verbeelding van mij
was. Ja, dat is het stellig ... natuurlijk! (_gaat in de schommelstoel
zitten, kijkt hem aan, glimlacht_). U is me zoowaar een mooie meneer,
dokter! Is u nu eigenlijk niet een beetje beschaamd nu het licht op is?
RANK. Neen; eigenlijk niet! Maar nu moet ik misschien wel weggaan ...
voor goed?
NORA. Neen, dat mag u stellig niet doen. U moet natuurlijk hier blijven
komen net als altijd. U weet immers te goed dat Torwald u niet missen
kan.
RANK. Ja ... maar u?
NORA. O, ik vind het altijd dol prettig als u komt.
RANK. Dat is het juist wat mij op een verkeerd spoor gelokt heeft. U is
mij een raadsel. Menigmaal leek het mij dat u net zoo graag met mij
samen was als met Helmer.
NORA. Ja, ziet u, er zijn zoo enkele menschen van wie je het meest
houdt, en anderen met wie je bijna 't liefst wil samen zijn.
RANK. Jawel, daar is wel iets van aan.
NORA. Toen ik nog thuis was, hield ik natuurlijk het meeste van Papa.
Maar ik vond het altijd dol prettig om stilletjes bij de meiden te gaan
zitten; want die bedrilden mij nooit en die praatten altijd zoo amusant
onder elkaar.
RANK. Aha; dus ik ben voor hen in de plaats gekomen.
NORA (_springt op en gaat naar hem toe_). O lieve beste dokter, zoo
bedoelde ik 't nu heelemaal niet! Maar u kan wel begrijpen, dat het met
Torwald net is als met papa.... (_Het dienstmeisje komt binnen_).
DIENSTMEISJE. Mevrouw! (_fluistert en reikt haar een kaartje over_).
NORA (_kijkt even op het kaartje_). Och! (_steekt het in haar zak_).
RANK. Is er iets onaangenaams?
NORA. O neen ... neen ... volstrekt niet; het is maar iets ... het is
mijn nieuwe costuum....
RANK. Uw costuum? Dat ligt i
|