s bang. Laat ons nu dadelijk even repeteeren; er is nog
net tijd voor wij aan tafel gaan. Toe, ga nu aan de piano zitten en
accompagneer mij; wijs mij terecht en dirigeer mij, zooals vroeger.
HELMER. Graag ... als je het verlangt (_gaat voor de piano zitten_).
NORA (_ haalt de tamboerijn uit de doos en ook een lange kleurige
echarpe waarin zij zich haastig drapeert; dan doet zij een sprong
vooruit en roept:_) Speel nu! Dan zal ik dansen!
(_Helmer speelt en Nora danst; dokter Rank staat bij de piano, achter
Helmer, en ziet toe_).
HELMER (_spelend_). Langzamer, langzamer!
NORA. 'k Kan niet anders!
HELMER. Niet zoo woest, Nora!
NORA. Zoo moet het juist!
HELMER (_houdt op_). Neen, neen, neen ... dat gaat heelemaal niet.
NORA (_lacht en zwaait met de tamboerijn_). Heb ik het niet gezegd?
RANK. Laat mij eens voor haar spelen.
HELMER (_staat op_). Ja, dat 's goed; dan kan ik haar beter dirigeeren.
(_Rank gaat voor de piano zitten en speelt; Nora danst hoe langer hoe
wilder. Helmer is bij de kachel gaan staan en roept haar voortdurend
terechtwijzingen en aanmerkingen toe; zij schijnt ze niet te hooren;
haar haar gaat los en valt over haar schouders; zij merkt het niet op en
danst maar door. Mevrouw Linde komt binnen_).
MEVR. LINDE (_blijft verstomd staan in de deur_). Ah...!
NORA (_onder het dansen door_). 't Is hier een vroolijke partij,
Kristine!
HELMER. Maar liefste Nora, je danst alsof je leven op het spel stond....
NORA. Dat doet het ook.
HELMER. Rank, houd op; dit is gewoon gekkenwerk. Toe, schei uit. (_Rank
houdt op met spelen, en Nora staat plotseling stil_).
HELMER (_naar haar toegaand_). Dat had ik nu toch nooit gedacht. Je hebt
alles vergeten wat ik je geleerd heb.
NORA (_gooit de tamboerijn neer_). Nu zie je het zelf.
HELMER. Ja, je mag nog wel eens een lesje hebben.
NORA. Je ziet hoe noodig het is. Je moet tot het laatst toe met me
repeteeren. Beloof je mij dat Torwald?
HELMER. Daar kan je vast op rekenen.
NORA. Je moet je noch vandaag noch morgen, met iets anders bemoeien dan
met mij; je moet geen brief open maken ... zelfs de brievenbus niet....
HELMER. Ah ... dat is nog de angst voor dien kerel....
NORA. O ja ... dat ook.
HELMER. Nora, ik zie het aan je gezicht, er ligt al een brief van hem.
NORA. Ik weet 't niet; ik geloof 't; maar je mag nu zoo iets niet lezen.
Er mag niets leelijks tusschen ons komen voor alles voorbij is.
RANK (_zacht tegen Helmer
|