FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178  
179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   >>   >|  
zoo'n mensch als ik, heeft ook nog zoo iets wat ze een hart noemen, ziet u. NORA. Bewijs dat dan; denk aan mijn kinderen. KROGSTAD. Heeft u of uw man aan de mijnen gedacht? Maar dat is tot daaraan toe. Ik wou u alleen maar dit zeggen, dat u die zaak niet al te ernstig behoeft op te nemen. Van mijn kant zal ik vooreerst geen aangifte doen. NORA. O neen ... niet waar ... dat wist ik wel! KROGSTAD. De heele zaak kan in der minne geschikt worden; het hoeft heelemaal niet onder de menschen te komen; het blijft tusschen ons drieen. NORA. Mijn man mag er nooit iets van te weten komen. KROGSTAD. Hoe zal u dat kunnen voorkomen? Kan u misschien betalen wat er nog staat? NORA. Neen, niet zoo dadelijk. KROGSTAD. Of weet u soms een middel om aan geld te komen een dezer dagen? NORA. Geen middel waarvan ik gebruik maken wil. KROGSTAD. Nu, het zou u toch niets gebaat hebben. Al stond u hier voor mij met nog zooveel contanten in uw hand, u kreeg uw schuldbekentenis toch niet van mij terug. NORA. Maar zeg mij dan toch wat u er mee doen wil? KROGSTAD. Ik wil dat papier alleen maar bewaren ... het onder mij houden. Niemand buiten ons zal er iets van weten. Mocht u dus rondloopen met een of ander wanhopig voornemen.... NORA. Dat doe ik. KROGSTAD ... als u er soms over denken mocht van huis en haard weg te loopen.... NORA. Dat doe ik! KROGSTAD. Of ... over iets ergers nog.... NORA. Hoe weet u dat? KROGSTAD. ... laat u dat voornemen dan varen. NORA. Hoe kan u weten dat ik over zoo iets denk? KROGSTAD. De meesten denken in den eersten schrik daar over. Ik dacht er ook over, maar, och god, ik had er den moed niet toe.... NORA. Ik ook niet. KROGSTAD (_verlicht_). Neen, niet waar; u heeft er ook den moed niet toe ... u ook niet.... NORA. Neen ... neen ... ik heb er den moed niet toe! KROGSTAD. Het zou ook een groote dwaasheid zijn. Als de eerste huiselijke storm maar over is.... Ik heb hier in mijn zak een brief aan uw man.... NORA. En staat het daar allemaal in? KROGSTAD. In de zachts mogelijke termen uitgedrukt. NORA (_snel_). Die brief mag niet in zijn handen komen! Verscheur hem! Ik zal toch het geld wel zien te krijgen. KROGSTAD. Pardon mevrouw, maar ik meen u daar straks gezegd te hebben.... NORA. O ik spreek niet van het geld dat ik u nog schuldig ben. Zeg mij hoeveel geld u van mijn man verlangt, dan zal ik het u bezorgen. KROGSTAD. Ik verlang geen geld van uw man.
PREV.   NEXT  
|<   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178  
179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   >>   >|  



Top keywords:
KROGSTAD
 

denken

 

voornemen

 

hebben

 

middel

 

alleen

 

bezorgen

 

schrik

 

eersten

 
meesten

verlangt

 

verlicht

 

hoeveel

 

noemen

 

Bewijs

 

verlang

 

wanhopig

 
ergers
 
loopen
 
kinderen

groote

 

Verscheur

 

handen

 

uitgedrukt

 

krijgen

 

Pardon

 

spreek

 

schuldig

 
gezegd
 

straks


mevrouw
 
termen
 

mogelijke

 
eerste
 
huiselijke
 
rondloopen
 

dwaasheid

 

mensch

 
zachts
 
allemaal

bewaren
 

ernstig

 

kunnen

 
behoeft
 
voorkomen
 

dadelijk

 

zeggen

 

misschien

 

betalen

 

drieen