FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170  
171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   >>   >|  
t zeker te werken? HELMER. Ja (_wijst op een pak papieren_). Kijk eens hier. Ik ben in de Bank geweest.... (_wil naar zijn kamer gaan_). NORA. Torwald. HELMER (_blijft staan_). Ja. NORA. Als je eekhorentje je nu eens heel erg dringend om iets vroeg...? HELMER. Wat dan? NORA. Zal je het dan doen? HELMER. Eerst moet ik natuurlijk weten wat het is. NORA. Je eekhorentje zou in de rondte springen en allerlei kunstjes maken, als jij nu een lief en toegevend was. HELMER. Voor den dag er mee dan! NORA. Je leeuwerikje zou luid en zachtjes door alle kamers zingen.... HELMER. Och wat, dat doet mijn leeuwerikje immers toch. NORA. Ik zou als een elf voor je dansen in den maneschijn, Torwald. HELMER. Nora ... het is toch niet dat, waarop je van morgen doelde? NORA (_dichterbij_). Juist, Torwald, ik smeek je er om! HELMER. En durf je waarlijk nog eens op die zaak terug te komen? NORA. Ja, Torwald, ja, je _moet_ me mijn zin geven; je _moet_ Krogstad zijn betrekking bij de Bank laten behouden. HELMER. Mijn lieve Nora, zijn betrekking is bestemd voor mevrouw Linde. NORA. Ja, dat is vreeselijk lief van je; maar dan kan je toch wel een anderen klerk wegsturen in plaats van Krogstad. HELMER. Dat is nu toch een ongelooflijke doordrijverij! Omdat jij hem een onbekookte belofte geeft om een goed woord voor hem te doen, zou ik...! NORA. Daarom is het niet, Torwald. Het is voor je zelf. Die man schrijft immers in de vuilste couranten, dat heb je zelf gezegd. Hij kan je zoo ontzettend veel kwaad doen. Ik heb zoo'n doodelijken angst voor hem.... HELMER. Aha! nu begrijp ik 't; het zijn oude herinneringen die je bang maken. NORA. Wat bedoel je daarmee? HELMER. Je denkt natuurlijk aan je vader. NORA. Ja ... juist. Herinner je maar eens hoe slechte menschen in de couranten schreven over papa en hoe afschuwelijk ze hem belasterden. Ik geloof zeker dat zij het zoover gebracht zouden hebben dat hij zijn ontslag kreeg, als de Regeering jou niet gezonden had om die zaak te onderzoeken, en als jij niet zoo welwillend en hulpvaardig voor hem was geweest. HELMER. Mijn kleine Nora, er is een aanmerkelijk verschil tusschen je vader en mij. Je vader was als ambtenaar niet onaantastbaar. Maar dat ben ik wel; en dat hoopt ik te blijven zoo lang ik mijn betrekking vervul. NORA. O, niemand weet wat slechte menschen kunnen bedenken. Nu zouden wij het zoo goed, zoo rustig en gelukkig kunnen hebben hier, in ons
PREV.   NEXT  
|<   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170  
171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   >>   >|  



Top keywords:
HELMER
 

Torwald

 

betrekking

 
leeuwerikje
 
Krogstad
 
hebben
 

zouden

 

geweest

 

immers

 

slechte


kunnen
 
couranten
 

eekhorentje

 

menschen

 

natuurlijk

 

Herinner

 

schrijft

 

ontzettend

 

herinneringen

 

begrijp


doodelijken
 

vuilste

 

gezegd

 
daarmee
 

bedoel

 
gezonden
 
blijven
 

onaantastbaar

 

ambtenaar

 

verschil


tusschen

 

vervul

 
rustig
 
gelukkig
 

niemand

 
bedenken
 

aanmerkelijk

 

kleine

 

geloof

 

zoover


gebracht

 

belasterden

 
afschuwelijk
 

ontslag

 
onderzoeken
 
welwillend
 

hulpvaardig

 

Regeering

 
schreven
 

toegevend