zoo ongezond zijn.
RANK. Vooral als ze slecht nawerken op een ongelukkig lichaam dat er
niets van genoten heeft.
NORA. Ja, dat is zeker wel het allertreurigste.
RANK (_ziet haar uitvorsend aan_). Hum....
NORA. Waarom lacht u?
RANK. Neen, _u_ lachte.
NORA. Neen, 't was u die lachte, dokter!
RANK (_staat op_). U is toch nog grooter ondeugd dan ik dacht.
NORA. Ik heb van daag ook zoo'n lust om gekheid te maken.
RANK. Dat lijkt wel zoo.
NORA (_met beide handen op zijn schouder_). Lieve, beste dokter Rank, u
mag niet heengaan van Torwald en mij.
RANK. Och, dat verdriet zou u wel gauw te boven zijn. Zij die heengaan
worden gauw vergeten.
NORA (_ziet hem angstig aan_). Gelooft u dat?
RANK. Men maakt nieuwe kennissen en krijgt nieuwe relaties, en dan....
NORA. Wie krijgt nieuwe relaties?
RANK. Wel u en Helmer allebei, als ik weg ben. U is al goed op weg,
dunkt me. Wat had die mevrouw Linde hier nu te maken gisteren avond?
NORA. Oho! U is toch bij geval niet jaloersch op die arme Kristine?
RANK. Jawel, dat ben ik wel. Zij zal mijn opvolgster worden hier in
huis. Als ik afgedaan heb, zal dat mensch....
NORA. Sst; spreek zoo hard niet; zij is hiernaast.
RANK. Van daag alweer? Ziet u nu wel!
NORA. Alleen maar om wat aan mijn costuum te naaien. Lieve hemel, wat is
u onmogelijk! (_Gaat op de sofa zitten_). Wees nu eens lief, dokter;
morgen zal u eens zien hoe mooi ik zal dansen; en dan moet u maar denken
dat ik het heel alleen voor u doe ... nu ja, natuurlijk ook voor Torwald
... dat spreekt. (_Haalt enkele dingen uit de kartonnen doos_). Dokter,
gaat u nu eens hier zitten, dan zal ik u wat laten kijken.
RANK (_gaat zitten_). Wat zijn dat?
NORA. Kijk dan. Kijk!
RANK. Zijden kousen!
NORA. Vleeschkleurige. Zijn ze niet prachtig? Ja, 't is hier nu al zoo
donker; maar morgen.... Neen, neen, neen; u mag alleen maar de voeten
zien. Och ja, eigenlijk mag u de rest ook wel zien.
RANK. Hm...!
NORA. Waarom kijkt u zoo kritiesch? Denkt u soms dat ze mij niet passen?
RANK. Daar kan ik onmogelijk eenige gegronde reden voor hebben.
NORA (_kijkt hem een oogenblik aan_). Foei ... u moest u schamen.
(_Slaat met de kousen luchtig om zijn ooren_). Daar ... dat verdient u!
(_Pakt de kousen weer in_).
RANK. En wat zijn er nog meer voor heerlijkheden die ik te zien krijg?
NORA. U krijgt heelemaal niets meer te zien, want u is heel ondeugend.
(_Zij neuriet en rommelt zoo'n beetje in de doo
|