FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164  
165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   >>   >|  
nk. NORA. Nu al? HELMER. Ik heb mij door het aftredende bestuur volmacht laten geven om de noodige veranderingen in het personeel en in de regeling van de werkzaamheden te kunnen maken. Daar moet ik de feestweek voor gebruiken. Met Nieuwjaar wil ik alles in orde hebben. NORA. Dus was het daarom dat die arme Krogstad.... HELMER. Hm. NORA (_heelemaal leunend op den rug van zijn stoel, speelt met haar vingers met zijn nekharen_). Als je het niet zoo druk hadt, zou ik je om een heel grooten dienst willen vragen, Torwald. HELMER. Laat eens hooren. Wat zou dat zijn? NORA. Je weet wel dat niemand zoo'n goeden smaak heeft als jij. En nu zou ik er zoo graag goed uitzien op het gecostumeerde bal. Zou jij me nu niet een beetje willen helpen en zeggen, als wat ik gaan zal en hoe mijn costuum gemaakt moet worden? HELMER. Oho, is mijn eigenzinnig kindje aan 't zoeken naar een reddenden engel? NORA. Ja, Torwald; ik kan niet klaar komen zonder jouw hulp. HELMER. Goed dan; ik zal er over denken; wij zullen wel raad schaffen. NORA. He, dat is lief van je. (_Gaat weer naar den boom--een pauze_). Wat doen die roode bloemen daar mooi he? Zeg eens, is het heusch zoo iets ergs wat die Krogstad gedaan heeft? HELMER. Valsche handteekeningen gemaakt. Heb je er eenig begrip van wat dat beteekent? NORA. Kan hij dat niet uit gebrek gedaan hebben? HELMER. Jawel, of, zooals zooveel anderen, uit onbezonnenheid. Ik ben niet zoo harteloos, dat ik iemand onvoorwaardelijk zou veroordeelen, voor een dergelijke op zichzelf staande daad. NORA. Neen, he, Torwald? HELMER. Menigeen kan zich zedelijk weer opheffen, als hij openlijk zijn schuld bekent en zijn straf ondergaat. NORA. Straf?... HELMER. Maar dien weg volgde Krogstad niet; hij redde zich er uit door geknoei en gedraai; en dat is juist wat hem moreel te gronde deed gaan. NORA. Geloof je dat?... HELMER. Stel je maar eens voor hoe zoo iemand, met zoo iets op zijn geweten, moet liegen en huichelen en naar alle kanten comedie spelen, altijd een masker dragen, zelfs voor die hem het naast zijn, ja zelfs voor zijn vrouw en kinderen. En voor de kinderen is dat juist het vreeselijkst, Nora. NORA. Waarom? HELMER. Omdat zoo'n atmosfeer van leugen in het huiselijke leven ziekte en besmetting brengt. Met iederen ademtocht krijgen de kinderen in zoo'n huis kiemen van slechtheid binnen. NORA (_heel dicht achter hem_). Ben je daar zeker van? HELMER. Och, lieve,
PREV.   NEXT  
|<   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164  
165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   >>   >|  



Top keywords:
HELMER
 

Torwald

 

kinderen

 
Krogstad
 
iemand
 
gedaan
 

gemaakt

 

willen

 

hebben

 

veroordeelen


dergelijke
 
slechtheid
 

krijgen

 

onvoorwaardelijk

 

ademtocht

 

binnen

 

opheffen

 

zichzelf

 

Menigeen

 

kiemen


harteloos
 

zedelijk

 

staande

 
zooveel
 

handteekeningen

 
Valsche
 
begrip
 

beteekent

 

zooals

 

iederen


anderen

 

onbezonnenheid

 
achter
 
gebrek
 

schuld

 
heusch
 

Geloof

 

vreeselijkst

 

moreel

 

gronde


kanten

 

altijd

 
comedie
 

huichelen

 
liegen
 
geweten
 

dragen

 

masker

 
Waarom
 

ondergaat