FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148  
149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>   >|  
de deur was. NORA. O, dat was dokter Rank, maar die komt niet als dokter; dat is onze beste vriend, en hij komt hier op zijn minst eens per dag eens aanloopen. Neen, Torwald heeft geen ziek uur meer gekend na dien tijd. En de kinderen zijn frisch en gezond en ik ook. (_Springt op en klapt in de handen_). O, Kristine, wat is het toch verrukkelijk om te leven en gelukkig te zijn!... Neen maar ... 't is toch afschuwelijk van me ... ik praat aldoor maar over mezelf. (_Gaat dicht bij haar zitten op een tabouretje en legt haar armen op Kristine's schoot_). Och toe, wees niet boos op mij!... Zeg eens, is het heusch waar dat je niet van je man hieldt? Waarom nam je hem dan? MEVR. LINDE. Mijn moeder leefde nog en zij was bedlegerig en hulpbehoevend. En dan had ik nog twee jongere broers om voor te zorgen. Ik vond mijzelf toen niet verantwoord als ik hem niet aannam. NORA. Neen ... neen ... daar kan je wel gelijk in hebben. Dus toen was hij rijk? MEVR. LINDE. Ik geloof dat hij er warmpjes in zat. Maar hij had geen vast bestaan, en zijn zaken schenen niet zoo heel goed te staan. Althans toen hij stierf ging alles over den kop en bleef er niets over. NORA. En toen? MEVR. LINDE. Ja, toen moest ik er mij maar doorheen slaan met het een-en-ander te verkoopen en een schooltje te houden en wat ik verder zoo hier en daar te doen kon krijgen. De laatste drie jaar zijn voor mij geweest, als een enkele lange werkdag zonder rust. Nu is die uit, Nora. Mijn arme moeder heeft mij niet meer noodig, want zij is heengegaan. En de jongens hebben mij ook niet meer noodig; zij zijn in betrekking en kunnen voor zichzelf zorgen. NORA. Wat moet je je nu opgelucht voelen.... MEVR. LINDE. Och neen; alleen niet-te-zeggen leeg. Niemand meer om voor te leven. (_Staat zenuwachtig op_). Daarom hield ik het daarginder in dien uithoek niet meer uit. Hier moet het toch gemakkelijker zijn om iets te vinden dat je heelemaal in beslag neemt en je gedachten bezig houdt. Als ik maar zoo gelukkig was een vaste betrekking te krijgen, iets op een kantoor of zoo.... NORA. O maar Kristine, dat is zoo vreeselijk inspannend; en je ziet er nu al zoo vermoeid uit. Het zou heel wat beter voor je zijn als je eerst eens een poosje naar een badplaats ging. MEVR. LINDE (_gaat naar het raam_). Ik heb geen Papa die mij reisgeld geven kan. NORA (_staat op_). O, wees niet boos op mij. MEVR. LINDE (_naar haar toegaand_). Lieve Nora, wees jij niet boos op mij
PREV.   NEXT  
|<   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148  
149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   >>   >|  



Top keywords:
Kristine
 

betrekking

 

hebben

 
zorgen
 
moeder
 
dokter
 

noodig

 

krijgen

 

gelukkig

 

zonder


verkoopen
 
opgelucht
 

geweest

 

enkele

 

laatste

 

werkdag

 

kunnen

 

heengegaan

 

jongens

 

zichzelf


schooltje
 

houden

 

verder

 
vinden
 

poosje

 
vermoeid
 
vreeselijk
 

inspannend

 

badplaats

 

toegaand


reisgeld

 

kantoor

 
Daarom
 
daarginder
 

uithoek

 
zenuwachtig
 

alleen

 

zeggen

 

Niemand

 

gemakkelijker


gedachten

 

heelemaal

 
beslag
 

voelen

 
aannam
 
aldoor
 

mezelf

 

afschuwelijk

 
handen
 

verrukkelijk