f ik niet meer alleen te zitten en mij te vervelen, en jij
hoeft je lieve oogen en je mooie fijne handjes niet meer te
vermoeien....
NORA (_klapt in de handen_). Neen, he? dat hoeft nu niet meer. O, wat is
dat toch innig heerlijk om te hooren! (_Grijpt zijn arm_). Nu zal ik je
eens vertellen, Torwald, hoe ik had gedacht dat wij het hier moesten
inrichten. Zoodra het Nieuwjaar is.... (_Bellen voor_). O, daar wordt
gebeld. (_Reddert de kamer wat op_). Daar is zeker visite! Hoe
vervelend!
HELMER. Ik ben niet thuis voor visite, dat weet je.
DIENSTMEISJE (_in de deur_). Mevrouw daar is een vreemde dame.
NORA. Laat mevrouw binnen.
DIENSTMEISJE (_tegen Helmer_). En de dokter is er ook.
HELMER. Is hij naar mijn kamer gegaan?
DIENSTMEISJE. Ja mijnheer.
(_Helmer gaat naar zijn kamer. Het meisje laat mevrouw Linde binnen die
in reistoilet is, en doet de deur acht zich dicht_).
MEVR. LINDE (_beschroomd en een beetje aarzelend_). Dag Nora.
NORA (_weifelend_). Dag ... e....
MEVR. LINDE. Je kent me zeker niet meer.
NORA. Neen ... ik weet niet goed.... O ja, ik meen toch van wel.
(_Uitbarstend_). Wat! Kristine! Ben jij het heusch?
MEVR. LINDE. Ja, ik ben het.
NORA. Kristine! En ik die je niet herkende! Maar hoe kon ik ook....
(_Zachter_). Wat ben je veranderd, Kristine!
MEVR. LINDE. Ja, dat ben ik zeker. In negen ... tien lange jaren....
NORA. Is het al zoo lang geleden dat wij elkaar gezien hebben? Ja ...
dat moet wel. Och, de laatste acht jaren zijn zoo'n gelukkige tijd
geweest! En ben je nu ook hier in de stad gekomen? Die heele lange reis
in den winter ... dat is een dapper stuk.
MEVR. LINDE. Ja, ik ben net van ochtend met de boot aangekomen.
NORA. Natuurlijk om het kerstfeest mee te vieren. Dat is heerlijk! Nu we
zullen ons stellig best amuseeren. Maar doe je hoed toch af! Je hebt het
toch niet te koud? (_Helpt haar_). Zie zoo; nu gaan we eens gezellig bij
de kachel zitten. Neen, daar in dien gemakkelijken stoel ... ik hier in
den schommelstoel. (_Vat haar handen_). Ja, nu heb je je oude bekende
gezicht toch weer ... het was maar zoo in 't eerste oogenblik.... Een
beetje bleeker ben je wel geworden ... en misschien een beetje magerder
ook.
MEVR. LINDE. En veel, veel ouder, Nora.
NORA. Ja, misschien een beetje ouder ook; een heel heel klein beetje;
lang niet zoo erg veel. (_Houdt plotseling op--ernstig_). O maar waar
heb ik toch mijn hersens ... ik zit hier zoo maar te babbelen!... Lieve
|