moeten er nog een heele drie maanden
verloopen eer ik mijn salaris ontvang.
NORA. Poeh! tot zoolang kunnen we immers wel wat leenen.
HELMER. Nora! (_Gaat naar haar toe en pakt haar schertsend bij haar
oor_). Heeft de lichtzinnigheid je weer te pakken? Stel nu eens dat ik
duizend kronen leende en jij zoudt ze in den kersttijd opmaken, en ik
kreeg op Oudejaarsavond een dakpan op mijn hoofd, die me dood....
NORA (_houdt hem de hand voor den mond_). He foei! wil je wel eens niet
zulke akelige dingen zeggen.
HELMER. Jawel maar, stel nu eens dat zoo iets gebeurde ... wat dan?
NORA. Als er zoo iets vreeselijks gebeurde, zou het mij totaal
onverschillig zijn of ik schulden had of niet.
HELMER. Goed ... maar de menschen van wie ik het geleend had?
NORA. Die? wat gaan die mij aan! Dat zijn toch maar vreemden.
HELMER. Nora! Nora! Je bent toch een echte vrouw! Neen, maar in vollen
ernst Nora, je weet hoe ik over die dingen denk. Geen schulden maken!
Nooit leenen! Er komt een gevoel van onvrijheid en ook iets dat niet
mooi is in een huishouden, dat berust op schulden en geleend geld. Wij
hebben ons tot nu toe flink weten te redden, en dat zullen wij ook
verder doen, den korten tijd dat het nog noodig is.
NORA (_gaat naar de kachel_). 't Is goed Torwald. Zooals je wilt.
HELMER (_volgt haar_). Maar nu mag mijn leeuwerikje daarom de
vleugeltjes niet laten hangen, hoor! Wat? Pruilt mijn eekhorentje?
(_haalt zijn portemonnaie uit zijn zak_).... Nora, wat denk je wel dat ik
hier heb?
NORA (_wendt zich vlug om_). Geld!...
HELMER. Ziedaar. (_Telt haar eenig papiergeld uit_). Ik weet immers wel,
kindje, dat er heel wat geld noodig is in een huishouden in den
kersttijd.
NORA (_telt_). Tien ... twintig ... dertig ... veertig. O, dank je, dank
je, Torwald; daar kom ik een heelen tijd mee toe!
HELMER. Maar dat moet dan nu ook in ernst, hoor!
NORA. Ja zeker, dat zal ik ook wel. Maar kom nu eens hier, dan zal ik je
alles eens laten zien wat ik gekocht heb. En zoo goedkoop! Kijk, hier is
een nieuw pakje voor Ivar ... en dan nog een sabel. Hier is een paard en
een trompet voor Bob. En hier is een pop en een poppenbedje voor Emmy;
dat is nu niet zoo erg mooi, maar zij maakt toch dadelijk alles kapot.
En hier heb ik goed voor japonnen en zakdoeken voor de meiden; de oude
Anna-Marie mocht eigenlijk wel wat meer hebben.
HELMER. En wat zit er in dat pakje daar?
NORA (_met een gilletje_). Neen, Torwald, dat mag je nie
|