FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  
plizant, he?" schampte Charlot, "oe zoe late beregene!" "Och meske, zwijgt, 'k ben er ne voet mee gegroeid," zei Pallieter, en ging een zuiver hemd en een ander broek aandoen. De natuur scheen veertig dagen verjongd; alle mogelijke reuken stegen omhoog uit den natten grond, en alle boomen zongen. De hemel was weer rein en blauw gelijk een vergeet-mij-nietje en de zon deed alles nog nat van den regen blinken. Pallieter wandelde nu vol innerlijken vrede door zijnen hof. Och, daar had dit kwartierken regen ineens de volle zomerweelde gebracht. Het nat haalde al de bloemenreuken omhoog, rozen, vlier, reseda en alles ondereen. Het had de berstensreede knoppen vaneen doen gaan, en nu stonden er eens zooveel bloemen. De boomen lekten nog en in alle bloemen straalden de regen-druppelen zilver. Er kwam een goed gevoelen in Pallieter. Hij nam zijn doedelzak, zette zich neer op de bank voor de voordeur en begon te spelen oude doedelzakliederen, zooals: "Ick wil van de kerelen singen, al met hunnen langen baert ..." De grove klanken ronkten in het goud der ondergaande zon. Begijntjes kwamen luisteren, vertelden met Charlot die met hare volle waschmand strooisel pronkte, en zij wandelden over de vest ... In de verschgeschuurde keuken smaakte het avondeten en het bier om driemaal opnieuw te beginnen. De nacht kwam, en de stilte; de grond dampte den regen in fijnen doom omhoog en pas was de laatste schemerklaarte weggestorven, of de zon rees daar terug, rood lijk een oven vuur en 't leven herbegon. 't Was Zondag en Sinksen, het feest van God den Heiligen Geest. KERMISMORGEND De morgendamp hing nog in de lage struiken en op het water, als van overal de klokken begonnen te luiden. Als Pallieter zag, wat een heerlijk weer de dag ging brengen, gooide hij zijn klak in de lucht en liep met lachend gezicht naar den zolder, op het donkere beiaard-kamerken. Hij wierp er een houten dakdeurken open en het witte licht kwam binnengespoten, en van de eerste verblinding bekomen zag hij daaronder het frissche morgenland in al zijn deinende wijdheid bloot liggen. Seffens begon hij op de houten krukken te kloppen en te slaan; de ijzerdraden rinkelden, het hout piepte en kraakte, maar bovenuit klonken de heldere klokkenklanken, als tegeneenrinkelende kristallen bekers in de perelklare lucht. Door zijn hart gonsde de klokkenjubeling, en hij zong mee zoo hard hij kon. Daarna stak hij door het dakvenster een nieuwe ker
PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

omhoog

 

boomen

 

bloemen

 

Charlot

 

houten

 
luiden
 
overal
 

struiken

 

morgendamp


klokken

 

KERMISMORGEND

 

begonnen

 

Zondag

 

dampte

 

stilte

 

fijnen

 

laatste

 

beginnen

 
opnieuw

smaakte

 

keuken

 

avondeten

 

driemaal

 

schemerklaarte

 

weggestorven

 

heerlijk

 

herbegon

 
Sinksen
 

Heiligen


klonken

 

bovenuit

 

heldere

 

klokkenklanken

 

kristallen

 
tegeneenrinkelende
 

kraakte

 

ijzerdraden

 

rinkelden

 

piepte


bekers

 
perelklare
 

Daarna

 

dakvenster

 

nieuwe

 

gonsde

 
klokkenjubeling
 

kloppen

 

krukken

 
donkere