feitelijk afgedaan hadden.
Alle toeschouwers, met uitzondering van de Romeinen, hoopten op Ben-Hur
en schreeuwden hem toe: Vooruit, Jood, geef den Arabieren den vrijen
teugel! Haal den binnenkant! Nu of nooit! Den binnenkant! Den
binnenkant!
Zoo riepen zij hem van alle kanten toe en hingen over de balustrades en
staken smeekend de armen uit.
Verstond hij hen niet, of kon hij niet sneller rijden? Reeds naderden
zij den tweeden paal en nog was hij in de achterhoede.
Om den laatsten draai te maken begon Messala de teugels van de linkse
paarden aan te halen, hetgeen natuurlijk hun vaart een weinig
verminderde. Hij was vol moed. Aan meer dan een altaar had hij geloften
gedaan. Rome zou ook nu zegevieren. Slechts zeshonderd voet tusschen hem
en roem, rijkdom, bevordering, bevrediging van wraakgevoel!
Op dat oogenblik zag Malluch van de galerij hoe Ben-Hur zich voorover
boog en de teugels vierde. Hij klapte met zijn lange zweep, en klapte
nogmaals en nogmaals. Hoewel hij de verschrikte dieren niet raakte was
in dat geluid toch iets, dat hen vooruit deed springen en voortvliegen
als een pijl uit den boog. Met een sprong waren zij den Romein op zijde.
Messala, juist genaderd aan het gevaarlijke punt, hoorde iets verdachts,
maar durfde het hoofd niet omdraaien ten einde te zien wat Ben-Hur in
den zin had. Het roepen en schreeuwen van het volk maakte hem niet
wijzer. Boven alles uit hoorde hij eene stem vlak naast zich, en dat was
de stem van Ben-Hur. In het Arameesch, de taal van den Sheik, riep hij
zijne Arabieren toe: Voorwaarts Rigel! Vooruit Atair! Hoe nu, Antares!
Blijft gij achter? Oho, Aldabaran! Vlugste van allen! Ik hoor het gezang
in de tenten! Ik hoor de kinderen zingen van Rigel, Atair, en Antares,
van Aldebaran en van de victorie! en het jubelen neemt geen einde.--Goed
zoo! Morgen huiswaarts ... naar de zwarte tent ... ons thuis! Voorts
Antares! de meester wacht u!... Het is geschied! Haha! Haha! De
trotschaard is gevallen. Hij, die ons griefde, ligt in 't stof! Ons de
glorie! Ons de roem! Gedaan het werk--soho! halt! ho!
Snel en eenvoudig was alles in zijn werk gegaan, Messala had bijna den
draai om den eindpaal volbracht, toen Ben-Hur met zeldzame vaardigheid
zijn kunststuk volbracht.
Om den Romein voorbij te komen moest hij de baan oversteken en wel in de
kortst mogelijke lijn. Het publiek begreep zijn voornemen. Zij zagen hem
het teeken geven, en waren getuigen van het gevolg: de vier vlak naast
|