s wij gezien hebben was Ben-Hur, bij het begin van den strijd om de
plaatsen, aan de buitenzijde. Was hij voor een oogenblik als de anderen
half verblind door het schelle licht, het gelukte hem toch zijn
tegenstander te herkennen. Beiden waren met dezelfde gevoelens bezield,
beiden waren vastbesloten om den prijs te winnen. Beiden zouden zij zich
tot het uiterste inspannen om elkander te vernederen. Toch was het geen
blinde hartstocht, die het bloed van den Jood in beweging bracht. Hij
had een vast plan, en vertrouwend op zijn goed recht en vaste hand zette
hij zich tot taak, nooit beter daartoe gestemd dan nu. Met groote
behendigheid wist hij bij Cleanthes' val het dreigend gevaar te ontkomen,
en door een prachtige zwenking naast Messala te komen, zij het ook aan de
buitenzijde.
Dat kunststuk was de scherpe blikken der toeschouwers niet ontgaan, en
de circus daverde van het herhaalde applaus. Toen vouwde Esther de
handen in dankbare verrukking. Sanballat bood, maar tevergeefs, trotsch
glimlachend opnieuw honderd sestertien aan, en de Romeinen vreesden
reeds dat Messala zijn gelijke, misschien wel zijn meester gevonden had!
Zoo naast elkander voortrennend naderden die beiden den tweeden paal.
Hier was een kromming in de baan, en dien draai naar de eischen der
kunst te maken was een punt van eer voor de menners. De belangstelling
van het publiek was zoo groot, dat overal in den circus de diepste
stilte heerschte, en men voor het eerst een geratel der wagentjes
duidelijk hoorde. Nu scheen Messala op eens Ben-Hur te herkennen, en
terstond openbaarde zich de onbeschaamdheid van den Romein op ongehoorde
wijze.
--Weg met Eros! Leve Mars! riep hij luide, zijn lange zweep zwaaiend.
Eros! Mars! herhaalde hij, en bracht Ben-Hurs fiere paarden een slag
toe, zooals zij nog nooit gevoeld hadden.
Allen hadden het gezien. De verbazing was algemeen. De stilte werd
hoorbaar. Op de tribune van den consul hield zelfs de overmoedigste den
adem in, wachtend op hetgeen volgen zou. Slechts een oogenblik ... toen
barstte een storm van verwijten los.
Het vierspan was verschrikt vooruitgesprongen. Niemand had ooit anders
dan in liefde de hand op hen gelegd,... wat konden de fijngevoelige
dieren onder zulk een onwaardige behandeling anders doen dan vluchten,
alsof de dood hen op de hielen zat?
Ondervinding is de beste leermeesteres. Dat bleek ook nu. Vanwaar had
Ben-Hur zijn gespierde hand, zijn machtigen greep, die hem nu zoo goed
t
|