FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191  
192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   >>   >|  
meer zijn dan wijsheid." "Ik geloof dat gij gelijk hebt, broeder", zeide de kastelein, "maar werkeloos kunnen wij niet blijven. Wat gaan wij doen?" "Wij moeten alle beweging in de Ambachten voorkomen", antwoordde de proost. "De Kerels doen stil blijven totdat de Hoop over de erge zaak beslist hebbe. Wat is zes dagen? Wil de Hoop het lot der wapens beproeven, men zal daar de afgevaardigden van al de Ambachten onder de hand hebben en dus, moet het zijn, met een enkel woord gansch Kerlingaland als een man doen opstaan." "Maar, heer oom", bemerkte Robrecht, "gij vergeet Burchard Knap, uwen neef. Als die de mare zal vernemen!" "Ik weet waar hij zich ophoudt: hij zal een bijzonderen brief van mij ontvangen en in vrede blijven, ten minste tot den dag van den Hoop. Hij heeft mij dit reeds plechtig beloofd." "Alzoo, wij hoeven ons te bereiden tot den oorlog?" vroeg de kastelein. "Bereiden, voorzeker", antwoordde hem zijn broeder de proost, "maar die noodlottige worsteling is nog niet volstrekt onvermijdelijk. Wie zegt ons dat, indien onze graaf het oor aan den raad onzer vijanden heeft geleend, het niet alleenlijk is, omdat de oorlog in Aquitanie, en nu op de grenzen van Normandie, hem dwingt naar middelen uit te zien om zich eene groote hoeveelheid gelds te bezorgen? Indien de Kerels hem eene bede toestonden van eenige duizende marken zilvers?" "Alweder toegevendheid en gebeden?" morde Robrecht; "kunnen wij dan niets meer dan smeeken? Gij weet, oom, hoe ik onzen graaf verkleefd was, ondanks het onrecht dat ons werd aangedaan. Vorst Karel had mijnen vader zaliger vereerd en bemind. Ik was hem daarvoor dankbaar. Nu moet ik die dankbaarheid in mijn hart versmachten. Ik heb te kiezen tusschen den oorlog tegen den graaf en de vernedering van mijn vaderland, het verlies onzer vrijheid. De overtuiging dat onze vorst door de booze Isegrims is misleid maakte mij die keus nog pijnlijk, ik beken het; maar de stem van mijn geweten ..." "Zwijg toch", onderbrak hem de proost, "Gij wordt even voorbarig en oploopend als de woeste Burchard. Luister toch eerst naar de kalme rede. Indien wij door zulke geldelijke opoffering het edict en de schrikkelijke rampen afweren, die ons geslacht en ons vaderland bedreigen, zoudt gij mij laken den raad daartoe te hebben gegeven?" "Neen, neen, oom; maar alle hoop op rechtvaardigheid, alle hoop op vrede is dood in mij!" "Welnu, ik zal pogen te weten wat zulk aanbod bij den graaf vermag. I
PREV.   NEXT  
|<   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191  
192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   >>   >|  



Top keywords:

proost

 
oorlog
 

blijven

 
vaderland
 
kastelein
 

Robrecht

 

kunnen

 

Burchard

 
Indien
 
hebben

broeder
 

antwoordde

 

Kerels

 

Ambachten

 

mijnen

 

daartoe

 

gegeven

 

aangedaan

 
zaliger
 
dankbaar

dankbaarheid

 

vermag

 

daarvoor

 

vereerd

 

bemind

 

Alweder

 
toegevendheid
 
gebeden
 

zilvers

 
marken

eenige

 
duizende
 

rechtvaardigheid

 
ondanks
 
aanbod
 

onrecht

 
verkleefd
 

smeeken

 

toestonden

 
geweten

geldelijke

 

maakte

 

opoffering

 

pijnlijk

 

oploopend

 

woeste

 
voorbarig
 

onderbrak

 

misleid

 

Isegrims