FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203  
204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   >>   >|  
ken in het terugvinden dan nadat graaf Karel onze vrijheid opnieuw hebbe bezworen en gewaarborgd, en wij de vaste verzekering hebben bekomen, dat hij de Isegrims uit zijnen raad zal verwijderen en ons een rechtvaardig vorst wil zijn. Wat gij ook over deze voorstellen denkt, gezellen, gelooft mij, wachten, aarzelen is hier eene lafheid en eene misdaad. Gansch Kerlingaland loope te wapen als een enkel man, en verrassen en verbazen wij onze vijanden door plotselijke ontwikkeling van al onze macht!" Er volgde eene lange en donderende toejuiching; vele stemmen zelfs schreeuwden luid dat men mher Sneloghe tot veldheer moest kiezen; maar Robrecht beriep zich op zijne jonkheid en onervarendheid en verklaarde dat hij deze zending niet kon of wilde aanvaarden. Burchard Knap sprong recht en poogde te spreken; maar de Voorman ontnam hem onmiddellijk het woord en deed hem zitten, voor reden gevende dat, eer zijne beurt verschene, nog menig ander gezel moest worden gehoord. Inderdaad, verscheidene afgevaardigden drukten, de eene na den andere, hun gevoelen uit. Een of twee rieden met weinig aandringen de voorzichtigheid aan en wilden het middel, waarvan de kastelein Hacket gesproken had, beproefd zien; al de anderen vielen met woede tegen de Isegrims uit, noemde alle lankmoedigheid verraad en lafhartigheid, en stemden voor het onmiddellijk beginnen van eenen oorlog zonder genade. Eindelijk bekwam Burchard Knap het woord. Hij stond op en zeide met eene holle en krachtige stem, waarvan de ontzaggelijke toon alleen indruk deed op zijne aanhoorders. "Gezellen, ik had honderd redenen gereed, om u tot eenen onmiddellijken oorlog te doen besluiten; maar dewijl ik zie dat het Kerlenbloed in uwe aderen niet min kookt dan in de mijne, zal ik u van wat anders, even gewichtig spreken. Heeft het u niet verbaasd dat men in deze vergadering den lof komt verkondigen van Karel van Denemarken, den huichelenden vijand der Kerels, die met zijne Isegrims in het donker onzen ondergang beraamt, en dan eensklaps voor den dag komt met het vloekbaar edict dat ons allen tot slavernij veroordeelt? Het spijt mij dat ik mijnen oom Hacket moet tegenspreken; maar de vrijheid voor alles en boven alles! Eerbied voor Karel van Denemarken? Was die vreemdeling niet van den dag zijner troonsbeklimming ons een gezworen vijand? Wat deed hij onmiddellijk? Hij vaardigde een edict uit dat hij den _Heerliken vrede_ noemde, waarbij hij allen onvrij geboren man op lijfs
PREV.   NEXT  
|<   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203  
204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   >>   >|  



Top keywords:

Isegrims

 
onmiddellijk
 

Burchard

 
spreken
 
Denemarken
 

vijand

 

noemde

 

vrijheid

 
oorlog
 
waarvan

Hacket
 

redenen

 

ontzaggelijke

 

indruk

 

alleen

 

aanhoorders

 

Gezellen

 

honderd

 
zonder
 
vielen

anderen

 

kastelein

 

gesproken

 

beproefd

 

lankmoedigheid

 

verraad

 
bekwam
 
Eindelijk
 

genade

 
lafhartigheid

stemden

 
beginnen
 

krachtige

 
anders
 
mijnen
 

tegenspreken

 
eensklaps
 

beraamt

 

vloekbaar

 
slavernij

veroordeelt

 

Eerbied

 

waarbij

 

onvrij

 

geboren

 

Heerliken

 
vaardigde
 

vreemdeling

 

zijner

 

troonsbeklimming