FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228  
229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   >>   >|  
jft eene korte wijl nog bedaard en laat mij toe eenige woorden alleen met mher Sneloghe te wisselen." Na een oogenblik wederstand te hebben geboden, gaf Robrecht toe aan zijn dringend verzoek en volgde hem tot in eenen hoek der zaal, waar beiden begonnen te kouten, Disdir ernstig en vleiend, Robrecht met onwil en spijtige gebaren. Ondertusschen staken de anderen bij de tafel, op eenen wenk van Burchard, de hoofden bijeen en beraadslaagden geheimelijk over hetgeen hun te doen stond; want dat mher Sneloghe zou weigeren, daarvan achtten allen zich zeker. Disdir Vos keerde tot zijne makkers en zeide: "Vergeefsche moeite, heeren. Ik zelf begin te twijfelen of onze vriend Robrecht niet zou kunnen gelijk hebben. Ware het inderdaad niet raadzamer dat wij met gemeene toestemming van de gevaarlijke onderneming afzagen?" En daar hij bemerkte hoe een glimlach van misprijzen Burchards lippen samentrok, haastte hij zich er bij te voegen: "De verwijdering van mher Sneloghe bedroeft mij, ik beken het: maar ik wil evenwel mijnen eed getrouw blijven." "Welnu, heeren, opent men mij de deur, of niet?" vroeg Robrecht dreigende. "Moet ik met mijn zwaard het slot verbrijzelen en mij door geweld eenen vrijen weg banen?" "Nutteloos, gansch nuttelloos, mijn vriend Sneloghe", zeide Burchard, opstaande. "Ik heb den sleutel en zal de deur openen, niet voor u alleen, maar voor ons allen, ongetwijfeld; en gij, Robrecht, zult des te geruster kunnen slapen, daar gij u zult mogen beroemen ons door uwe redenen te hebben overwonnen. Bezie mij zoo zonderling niet. Wat ik zeg, is waarheid. Ik heb op uwe woorden diep nagedacht. Gij hebt mij overtuigd dat zulke aanval bij verrassing, al gelukte hij ten volle, meer kwaad dan goed aan onze zaak zou kunnen doen. Waarschijnlijk is mher Isaac insgelijks van deze meening?" "Inderdaad", antwoordde Isaac Van Reninghe. "En indien mher Ingelram wil toestemmen om van de uitvoering van ons ontwerp af te zien?" "Alleen kan ik niets ondernemen", morde Ingelram, in schijn verstoord. "Wat Disdir Vos betreft, die heeft reeds zijnen twijfel bekend", hernam Burchard. "Aldus vriend Sneloghe, gij ziet het, wij laten op uwen raad de voorgenomen poging varen. Wees gedankt, gij hebt ons teruggehouden van eene onvoorzichtige daad. Dat Karel van Denemarken, als verdrukker der Kerels, den dood verdient, wie zou dit durven loochenen? Maar gij hebt gelijk, het is niet zoo dat wij zijn bloed moeten vergieten. L
PREV.   NEXT  
|<   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228  
229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   >>   >|  



Top keywords:
Sneloghe
 

Robrecht

 

vriend

 

Disdir

 

Burchard

 

kunnen

 

hebben

 

woorden

 

alleen

 
heeren

gelijk

 

Ingelram

 

meening

 

Waarschijnlijk

 

insgelijks

 

nagedacht

 

overwonnen

 
redenen
 
zonderling
 
beroemen

ongetwijfeld

 

geruster

 

slapen

 

waarheid

 

gelukte

 

verrassing

 

aanval

 

Inderdaad

 
overtuigd
 

onvoorzichtige


Denemarken
 
teruggehouden
 

gedankt

 
voorgenomen
 
poging
 
verdrukker
 

moeten

 

vergieten

 
loochenen
 
durven

Kerels
 

verdient

 

openen

 
Alleen
 
ontwerp
 

uitvoering

 

Reninghe

 

indien

 

toestemmen

 

ondernemen