FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234  
235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   >>   >|  
e heer graaf heeft zeer slecht geslapen dezen nacht: hij gevoelt zich niet wel en is later dan naar gewoonte opgestaan; maar nu is hij gekleed en komt oogenblikkelijk. Er is geen belet: ga maar binnen, heer kanunnik." De priester klopte en opende de deur. Hij vond den graaf staande te midden der kamer, terwijl een andere dienaar hem hielp om de kap op zijn hoofd te schikken. "Ik vraag u verschooning, kapelaan", zeide de vorst. "Laat ik u wachten, het is mijne schuld niet. Nog een paar minuten." "Maar indien Uwe Hoogheid onpasselijk is", bemerkte de priester, "ware het beter nog wat te bedde te blijven en te rusten." "Neen, neen, heer kanunnik, ik voel heden, meer dan andere dagen den nood om God te bidden. Ik heb zoo slecht geslapen, den gansenen nacht gedroomd van ijselijke dingen, koortsig geweest en gewoeld, als ware het bed mij eene pijnbank geworden[54]. Kanunnik, gij kent de Kerels, gij; zouden zij inderdaad bekwaam zijn om mij bij verrassing te dooden?" "U dooden?" herhaalde de priester verschrikt. "Vreest gij dit, heer graaf?" "Men heeft het mij gezegd; nu heb ik herhaalde malen er van gedroomd." [Illustratie: ...Met gekloofd hoofd op den vloer der kerk ... (Bladz. 267.)] "Het is misschien eene waarschuwing des hemels!" zuchtte de kanunnik. "Blijf in uwe kamer, heer vorst, de kapel is vol volk. Wie weet?" "Is er niet dagelijks volk in de kapelle? God houdt mijn leven in Zijne handen", zeide graaf Karel met eenen glimlach. "Heeft Hij er over beschikt, dan kan een moordenaar mij even goed hier treffen als in de kerk. Zou ik nalaten mijne Christelijke plichten te vervullen, omdat een zwarte droom mijne nachtrust heeft gestoord Ik volg u, kapelaan." Hij duwde eene andere deur open en zeide tot de ridders die daar op zijne bevelen stonden te wachten: "Heeren, wij zijn gereed en gaan ter misse. Gelieft ons te volgen." Hierop trad hij met den kapelaan uit de kamer. Na hem kwamen de volgende personen: Tancmar Van Straten, zijn geheimraadsheer; Gervaas Van Praet, zijn opperkamerling; Walter Van Lokeren, zijn hofbottelier, met dezes broeder Eustaas Frumold, Arnold en Ogier, zijne schrijvers en rekenmeesters met nog vier of vijf andere hofbedienden. Toen de graaf in de kapelle verscheen, klepte men het klokje, dat bij het sakristijn hing.... Een onwillige kreet ontsnapte den man met den gescheurden mantel; maar hij boog onmiddellijk het hoofd zoo diep dat, al hadde er meer licht in de kapell
PREV.   NEXT  
|<   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234  
235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   >>   >|  



Top keywords:
andere
 

kanunnik

 

kapelaan

 

priester

 

herhaalde

 

kapelle

 

gedroomd

 

slecht

 

geslapen

 
wachten

dooden

 

stonden

 

Heeren

 

gereed

 

bevelen

 

ridders

 

Christelijke

 
glimlach
 
beschikt
 
handen

moordenaar

 

vervullen

 

zwarte

 

nachtrust

 

plichten

 

treffen

 

nalaten

 

gestoord

 
klokje
 

sakristijn


klepte
 
verscheen
 

hofbedienden

 
onwillige
 
kapell
 
onmiddellijk
 

ontsnapte

 

gescheurden

 
mantel
 
rekenmeesters

schrijvers
 

kwamen

 

volgende

 
personen
 
Tancmar
 

Gelieft

 

volgen

 

Hierop

 

Straten

 

geheimraadsheer