FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241  
242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   >>   >|  
ngen en is langs de Hoogpoort weggereden, als hadde hij den duivel achter zich[59]." "Zoo, zoo! En de zonen van mher Tancmar?" "Die zijn beiden niet in het paleis geweest en slapen waarschijnlijk nog, indien de helsche storm, die er op den burg heerscht, hen niet heeft gewekt." "Volgt mij, gezellen!" kreet Burchard. "De zonen van Tancmar zijn onze grootste vijanden. Wij gaan ze verrassen. Zij moeten sterven!" Zij liepen in allerhaast over het middelplein en door de Hofpoort. Nu begon het klaar dag te worden. Ongetwijfeld had de schromelijke mare zich gedeeltelijk door de stad verspreid; want er was reeds volk op de straten, meest gemeene lieden en schalken. Waar de woeste bende voorbijging en den zegevierenden schreeuw: "Leve Willem Van Loo, graaf van Vlaanderen!" tot boven de huizen deed hergalmen, juichte het volk hen toe en herhaalde hunnen roep. Nergens een teeken van afkeuring, nergens een traan over het lot van den vorst, die zoo ellendig onder den slag van sluipmoordenaars den dood had gevonden. Graaf Karel was in Brugge niet algemeen bemind, hoe milddadig hij zich ook jegens de noodlijdenden toonde. Alhoewel de poorters van Brugge sedert lang aan eene bijna geheele afhankelijkheid gewend waren, vloeide hun toch Kerlenbloed in de aderen, en poogden zij met ijverzucht de weinige vrijheden te bewaren, welke de vorige graven hun had laten behouden. Omdat Karel van Denemarken, door de Isegrims geraden, aangaande het bestier des lands meer zuidelijke gedachten koesterde, en alle macht in zijnen persoon alleen scheen te willen samentrekken, zonder acht op de bestaande vrijheden te slaan, hadden zij eenen wrok tegen hem. Dat hij het niet oprecht met zijne onderdanen meende, daarvan beschuldigde men hem niet; maar het was genoeg dat hij niet zelden zijnen eigen wil in de plaats van het recht stelde, om hem de genegenheid der poorters te ontrooven. Hoe het zij, zeker bevonden zich tevens in de straten vele menschen, die den moord van vorst Karel als een gruwel laakten of betreurden; maar zij durfden het niet toonen, uit schrik voor de wreede Houtkerels, tusschen welke zij er sommigen bemerkten wier handen gansch met bloed waren geverfd. Over de St-Salvatorskerk, op den hoek der Zilverstraat, stond de prachtige steen, door het huisgezin van Tancmar bewoond. Burchard en zijne mannen, toen zij voor dezen sterken Steen kwamen, begonnen met hunne zwaarden op de poort te slaan en te schreeuwen dat men z
PREV.   NEXT  
|<   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241  
242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   >>   >|  



Top keywords:
Tancmar
 

Burchard

 

zijnen

 

vrijheden

 

poorters

 

Brugge

 

straten

 

samentrekken

 

zonder

 
bestaande

daarvan

 

oprecht

 

willen

 

onderdanen

 

meende

 

hadden

 

graven

 
vorige
 
behouden
 
Denemarken

bewaren

 

weinige

 

Kerlenbloed

 

aderen

 

poogden

 

ijverzucht

 

Isegrims

 

geraden

 
koesterde
 

persoon


alleen
 
gedachten
 

zuidelijke

 
bestier
 
aangaande
 
beschuldigde
 

scheen

 

ontrooven

 
Salvatorskerk
 
Zilverstraat

prachtige
 

handen

 

gansch

 
geverfd
 
huisgezin
 

bewoond

 

zwaarden

 

schreeuwen

 

begonnen

 

kwamen