FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221  
222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   >>   >|  
"Hij eerbiedigt te veel zijne ooms, en dezen schrikken terug van alle krachtdadigheid." "Dit is grondig veranderd. Robrecht staat op tegen zijne ooms en beschuldigt ze van lauwheid en ontrouw. Ik heb hem dezen morgen luidop tegen den proost hooren roepen dat hij, Robrecht, voor niets meer achteruitwijken wil en bereid is, met blinde onderwerping onzen nieuwen graaf te gehoorzamen; ja, dat hij voor hem zonder aarzelen goed en bloed zal ten offer brengen." "En evenwel kan ik het niet uit mijn hoofd krijgen dat wij eene domheid begaan." "Gij hebt mijne redenen goedgekeurd, gij en onze vrienden. Waarom dwingt gij mij nu ze alweder te herhalen? Wat wij gaan ondernemen belaadt ons met eene schromelijke verantwoordelijkheid. Om te beletten dat de proost en de kastelein zich tegen ons keeren, moeten wij mher Sneloghe met ons doen samenspannen en samenwerken. Zoo zullen dan de hoofden der Erembalds, uit verkleefdheid en liefde voor hem, ons allen beschermen en verdedigen Zeg Robrecht, dat onze graaf het beveelt of verlangt, en gij zult zien dat hij onmiddellijk zal toestemmen. Of twijfelt gij daaraan?" "Ik weet waarlijk niet", gromde de andere, half schertsende, "waarom gij zoo vurig en zoo onverwinnelijk aandringt om Robrecht deel aan onze onderneming te geven. Ik zou haast gaan denken dat gij de zaak voor eene gevaarlijke halsbrekerij aanziet, en daarom mher Sneloghe het spel wilt doen wagen. Uit genegenheid zeker niet, gij haat hem." "Neen, ik heb alle vijandschap afgelegd. Geene andere beweegreden drijft mij aan dan alleenlijk de voorzorg om het gelukken onzer poging, ook na den slag, te verzekeren." "Welaan, het zij dan zoo. Wij zullen zien hoe hij het voorstel onthaalt. Aanvaardt hij het, hij zal zijn woord getrouw blijven tot het einde. Daarvan ten minste mogen wij zeker zijn. Gedragen wij ons evenwel voorzichtig met hem. In zijnen Steen zullen wij hem het ontwerp niet te kennen geven. Als hij Willem Van Wervick, Isaac Van Reninghe en Ingelram Van Eessen ziet, zal hij beter gelooven dat de zaak niet roekeloos door mij wordt gewaagd ... Kom nu, laat ons gaan, maar zwijgen wij!" Zij stapten met looze treden de St-Jansstraat in, keerden achter den hoek der Ridderstraat, en slopen dan voort door de onpeilbare duisternis tot voor de poort van sher Robrechts Steen. Een hunner liet den ijzeren klopper driemaal met zekere berekende tusschenpoozen nedervallen. Dewijl men daarbinnen nog waakte, kwam schier on
PREV.   NEXT  
|<   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221  
222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   >>   >|  



Top keywords:
Robrecht
 

zullen

 

andere

 

evenwel

 

proost

 

Sneloghe

 

getrouw

 

Gedragen

 

minste

 
Daarvan

voorzichtig

 

blijven

 

afgelegd

 

vijandschap

 

beweegreden

 

alleenlijk

 

drijft

 
genegenheid
 
voorzorg
 
gelukken

voorstel

 

onthaalt

 

Welaan

 

verzekeren

 

poging

 

zijnen

 

Aanvaardt

 

roekeloos

 
Robrechts
 

hunner


ijzeren
 
slopen
 

Ridderstraat

 
onpeilbare
 
duisternis
 
klopper
 

driemaal

 

waakte

 
schier
 
daarbinnen

berekende
 

zekere

 

tusschenpoozen

 
nedervallen
 
Dewijl
 

achter

 

Eessen

 

gelooven

 

daarom

 

Ingelram