FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224  
225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   >>   >|  
, vroeg Robrecht met eenige spijt in de stem "twijfeldet gij aan mijnen moed?" "In het geheel niet", antwoordde Willem Van Wervick, "maar het ontijdig uur, de bijzondere, de ongewone aard onzer onderneming ..." "Hoe het zij, heeren", morde Robrecht, "ik zal mij wreken over uw mistrouwen, door u te toonen dat ik niet gierig ben op mijn bloed." "Het is Burchard die ons wilde doen gelooven dat gij niet zoudt komen", bemerkte Isaac. "Mher Sneloghe is tot nu toe toe min of meer van het gevoelen zijner ooms geweest", zeide Burchard, "die gelooven dat men Kerlingaland kan redden met voor zijne dwingelanden te knielen en om genade te smeeken. Heb ik mij aangaande mijnen vriend Robrecht misgrepen, het verheugt mij, en ik wensch hem uiterharte geluk. Nooit heb ik aan zijne dapperheid getwijfeld." "Mij toch kan mher Sneloghe niet beschuldigen", riep Disdir Vos. "Getuigt het, heeren, dat ik van den beginne af mij borg heb gesteld voor zijnen moed en zijne bereidwilligheid." "Ik dank u, Disdir", murmelde Robrecht, zonder eenig mistrouwen de hand van zijnen geheimen bloedvijand drukkende. "Nu, zitten wij neder, heeren", sprak Ingelram Van Eessen. "Deze betwisting is overbodig: onze blijdschap over de tegenwoordigheid van mher Sneloghe moet hem bewijzen hoe wij allen hem liefhebben en eerbiedigen. Graan wij over tot de zaak welke ons hier doet vergaderen." En toen allen gezeten waren, hernam hij: "Is mher Sneloghe bereid om met ons de handen te zamen te leggen, als eenen eed van getrouwheid jegens elkander, en als eene belofte dat hij verborgen zal houden wat hij hier gaat vernemen?" "Ik ben er toe bereid", antwoordde Robrecht. "Ziedaar mijne hand, heeren; ik beloof u te helpen als een trouw gezel, en verbind mij tot het geheimhouden van alwat ik hier kan vernemen." Allen stonden op en traden in het midden der kamer, waar zij met Robrecht de handen te zamen legden. Dit was onder de Kerels de vorm van den duursten eed, en daardoor verbonden zij zich te gader en elk jegens al de anderen tot het trouw vervullen der aldus bezworene beloften. Ieder nam weder zijne plaats bij de tafel. "Nu gaat gij alles weten, mher Sneloghe", zeide Ingelram Van Eessen. "De verklaring der zaak eischt niet veel woorden. Tweeduizend ridders, gevolgd door talrijke benden wapenknechten zijn uit Atrecht vertrokken om ons het slavenjuk te komen opdwingen. Dit leger zal te Yperen zijn voordat de Kerels der Ambachten in het Wolvennestbos
PREV.   NEXT  
|<   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224  
225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   >>   >|  



Top keywords:
Robrecht
 

Sneloghe

 

heeren

 

gelooven

 

Burchard

 

Kerels

 

Disdir

 

vernemen

 

zijnen

 
mijnen

antwoordde

 

mistrouwen

 

Ingelram

 

Eessen

 

handen

 

jegens

 

bereid

 
helpen
 
gezeten
 
geheimhouden

verbind

 

vergaderen

 

Ziedaar

 

verborgen

 

houden

 

belofte

 

getrouwheid

 

leggen

 
beloof
 

hernam


elkander
 
woorden
 

Tweeduizend

 
ridders
 
gevolgd
 
eischt
 

verklaring

 

talrijke

 
benden
 
Yperen

voordat
 

Ambachten

 

Wolvennestbos

 
opdwingen
 
slavenjuk
 

wapenknechten

 

Atrecht

 

vertrokken

 

plaats

 

duursten