FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214  
215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   >>   >|  
iets meer, geen enkel woord; laat de Kerels binnen zes dagen vergaderen op de aangewezene plaats, en wacht op eene ontzettende tijding van mij. Ik hoop dat gij mij hebt begrepen? Uw handdruk is mij daarvan een bewijs. Welnu, laat mij vertrekken; ik wil over Beerst en Thonrout naar Aartryke. Daar moet ik zekere Houtkerels spreken. Morgennacht ben ik in Brugge. Wederhoud mij niet, graaf, het is nu bijna duister: alles begunstigt mij. Vaarwel!" En zonder eenigen anderen uitleg dreef hij zijn paard in eenen aardeweg. Willem Van Loo, ontsteld en stom, schouwde hem achterna, totdat hij tusschen de eerste boomen van een klein bosch uit zijn gezicht verdween. VOETNOTEN: [Voetnoot 49: "De _Hoop_ was eene volksvergadering waar men over de staatsbelangen der bevolking van de Vlaamsche zeegewesten beraadslaagde." VICTOR DE RODE. _Ann. Fl. de Fr._, t. VIII, p. 113.] [Voetnoot 50: Dat niemand zich verstoute den eed te zweren, waarmede men zich pleegt aan de gilden te verbinden. Welke ook de voorwaarden zijn, dat niemand zich bij eede verplichte tot geldelijke bijdrage, aangaande de gevallen van schipbreuk of van brand. _Capit. Caroli Magni_ a. 779, art. XIV.] XII Het was reeds lang duister; in de straten der stad Brugge heerschte eene volledige stilte. Dakerlia, gansch in rouwgewaad, zat voor eene tafel in haren Steen. Bij de smokige vlam der koperen lamp loste haar bleek gelaat zonderling op haar zwart kleedsel uit. Van tijd tot tijd rolden er nog eenige tranen op hare wangen; want ondanks de pogingen harer vriendin Witta, die nevens haar was gezeten, ontstond het beeld haars vader immer opnieuw voor hare oogen. Zij hoorde zijnen laatsten noodkreet in hare ooren klinken; zij zag hem met de doodkramp op de lippen en het kruis op de borst uitgestrekt liggen; zij zag hoe men te midden van het Mariakerkhof zijn lijk in het graf nederliet; in haar sidderend hart hergalmde nog het doffe gebons der aarde, door magen en vrienden als een laatste vaarwel op de lijkbaar geworpen ... Maar hare bedruktheid was rustig geworden en in eene lijdzame mijmerij veranderd. Op eene vertroosting van Witta antwoordde zij met gelatenheid: "Lieve vriendinne, waarom toch vermoeit gij u, om mijne droeve gedachten af te keeren? Het is vruchteloos. Zou ik nu een enkel oogenblik mijnen armen vader kunnen vergeten? Hem, die mij zoo beminde! Toen op den noodlottigen dag der afkondiging zijne wonde openscheurde, stuurde hij mij
PREV.   NEXT  
|<   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214  
215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   >>   >|  



Top keywords:

niemand

 

duister

 
Voetnoot
 

Brugge

 

hoorde

 

zijnen

 

gansch

 

opnieuw

 

laatsten

 

noodkreet


koperen

 
smokige
 
stilte
 

klinken

 
Dakerlia
 
ontstond
 

ondanks

 

pogingen

 

kleedsel

 

rouwgewaad


wangen

 

eenige

 

tranen

 

doodkramp

 

nevens

 

gezeten

 

rolden

 

gelaat

 

zonderling

 
vriendin

sidderend

 

droeve

 
gedachten
 

vruchteloos

 

keeren

 
vermoeit
 

gelatenheid

 
antwoordde
 

vriendinne

 
waarom

oogenblik

 

afkondiging

 

noodlottigen

 
stuurde
 

openscheurde

 

beminde

 
mijnen
 

kunnen

 

vergeten

 
vertroosting