FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208  
209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>   >|  
ng verzekeren." "Hoe? Wat beduidt dit? Hij kende dus op voorhand onze beslissing?" riep eene stem. "Neen", wedervoer Burchard, "ik ben naar Yperen gegaan en heb hem medegedeeld welke voorstellen ik hier wilde doen. Ten volle zeker van uw besluit, omdat het alleen Kerlingaland kan redden, heb ik hem verzocht mij naar Veurne te vergezellen. Zoo spaar ik u veel verlies van tijd en langdradig gaan en komen. Heb ik onze taak daarmede niet eenen goeden dienst bewezen?" "Ja, ja, eenen grooten dienst!" riep men van alle kanten. "Welnu", zeide Burchard, "de Voorman geve aan de wachten en klerken, bij de deur der zaal en bij de poort der Halle, bevel om eenen ridder, die tot de Hoop niet toebehoort, met mij in de zaal te laten treden," Hierop verliet hij de Halle. De vergadering bleef met groot gerucht over deze haastige keus twisten en kouten, totdat de deur weder werd geopend en mher Willem Van Loo waarlijk in de zaal trad. Hij werd onder het herhaald gejubel van: "Leve Willem, graaf van Vlaanderen! Heil, heil onzen graaf!" door Burchard op de verhevenheid geleid, waar de Voorman, met eenige woorden van hulde en gelukwensching, hem den middelzetel aanbood. Willem Van Loo was een ridder van meer dan gewone gestalte en lichaamskracht. Zijn blik was trotsch en indrukwekkend, doch zijne lippen waren dun, en rondom zijnen mond liepen twee zonderlinge rimpels, die zijn gelaat een voorkomen van list of van achterdocht gaven. Terwijl men nog immer voortging met hem als graaf van Vlaanderen toe te juichen, zette Willem zich neder; en toen hij bespeurde dat de welkomskreten verminderden, stond hij op en sprak dus tot de vergadering: "Vrienden van Kerlingaland, gij biedt mij de kroon van Vlaanderen aan, die mijne voorvaderen zoo roemrijk hebben gedragen. Ik aanvaard ze uit uwe handen, dit is te zeggen, dat wij te zamen goed en bloed gaan wagen om ze den vreemden overweldiger te ontrukken. Elk uwer doe zijnen plicht als vrij man en als Kerel; ik zal den mijnen doen als uw aanleider en uw vorst. Eischt gij van mij eene belofte of eenen eed, ik zweer u dat ik uw recht en uwe vrijheid zal eerbiedigen; maar mij insgelijks zult mij beloven gedurende dezen oorlog mij in alles te gehoorzamen en mij willekeurig onze krijgsverrichtingen te laten leiden, zooals ik het goed zal vinden. Ik eisch deze belofte van u niet als vorst, maar als legeroverste. Zonder een eenig hoofd kan men in den oorlog niets ... Nu, belooft uwen vel
PREV.   NEXT  
|<   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208  
209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   >>   >|  



Top keywords:

Willem

 

Vlaanderen

 

Burchard

 

belofte

 
Voorman
 
dienst
 

vergadering

 

ridder

 

oorlog

 

zijnen


Kerlingaland

 
gelaat
 

voorkomen

 

voorvaderen

 
gedragen
 

liepen

 
rondom
 
hebben
 
roemrijk
 

rimpels


zonderlinge

 

verzekeren

 
voortging
 

bespeurde

 

juichen

 
welkomskreten
 

verminderden

 

Terwijl

 
Vrienden
 
achterdocht

gehoorzamen
 

willekeurig

 
krijgsverrichtingen
 
gedurende
 

beloven

 

vrijheid

 

eerbiedigen

 

insgelijks

 
leiden
 

zooals


belooft

 
vinden
 

legeroverste

 

Zonder

 

vreemden

 

overweldiger

 

ontrukken

 

handen

 

zeggen

 

mijnen